Het is 26 juni en ik zat in de boot met Jouke. We waren op de rivier aan het roofvissen en al voor de tweede keer ging de telefoon. Het was vismaat Vincent ook al voor de tweede keer. Vroeger noemde ik hem Rapfen Vincent. Het waarom laat ik nu maar even achterwegen. Vincent moet even afscheid van deze bijnaam nemen. Hij heeft namelijk een tennisarm opgelopen door het roofbleivissen. De vele worpen en het intensief binnenvissen, dag in dag uit werden zijn elleboog fataal. Vincent is daarom overgestapt op het barbeelvissen. Vincent en ik hadden voor 4 juli afgesproken om samen een barbeelsessie nieuwe stijl the gaan doen. En vandaag doet Vincent zijn eerste oriënterende sessie. Al voordat Jouke en ik de eerste vis vingen ging de telefoon voor de eerste keer. Vincent had zijn eerste barbeel gevangen. Geen grote, maar de eerst keer is iets dat je nooit vergeet. Denk maar terug aan je jeugd en je eerste ervaring met de intimiteit. Hoe goed of slecht, het is iets dat je niet vergeet.
Ik kan eigenlijk niet veel zeggen over de diepere gevoelens die Vincent er bij heeft gehad. Ik was er niet bij. Maar het moge duidelijk zijn dat hij de barbeelvisserij goed heeft benaderd. Je krijgt niet zomaar zo snel resultaat. En zeker ook niet als ik hoor wat hij te melden heeft met het tweede telefoontje. Ik nam op en zei: “Zeg dat het niet waar is.” “Jawel”, kreeg ik te horen. En vervolgens viel er een stilte. Bij Vincent betekent dit dat er iets bijzonders moet zijn gebeurd, want er is één ding waar bij eigenlijk nooit gebrek aan heeft en dat zijn woorden. Ik roep, “vertel!”. Als antwoord krijg ik één woord te horen. Nu ben ik geen barbeelvisser en heb eigenlijk geen idee wat de goede barbeelvissers als erg groot ervaren. Maar ik vermoed dat het enkele woord van Vincent menig barbeelvisser met jaloersheid zou vervullen. Dit is wat ik hoorde: “79”. Ik feliciteerde hem en ging verder met dat waar ik mee bezig was.
Op het moment van Vincent’s tweede telefoontje hadden wij gelukkig ook onze eerste vis kunnen noteren. Zoals gezegd was ik op stap met Jouke. Eigenlijk weet ik niet meer zo goed hoe en wanneer ik hem voor het eerst tegenkwam. Maar ik weet wel dat we om de één of andere manier altijd in gesprek kwamen. Daarbij viel bij mij een aantal dingen over zijn karakter op. Hij straalde altijd gedrevenheid en passie uit. Ook knetterde hij zijn mening volledig over de bühne heen. Daarbij maakte het hem niet uit of dit volledig tegen mijn mening in ging. Ook merkte ik dat hij over veel zaken nadacht en zeker niet te beroerd was om te luisteren naar wat anderen te zeggen hadden. Zijn mening was blijkbaar op ervaring gebaseerd en je moest dan van hoge huizen komen om die te veranderen. Maar goed. Een afspraak werd half en half gemaakt. Het kwam er echter nooit van. En dan ineens ontving ik een mailtje of ik kon op 26 juni. We gingen dus roofbleivissen en wel op een voor mij nieuwe manier. Voor Jouke trouwens ook. Het plan was om vanuit de boot op de grote rivier de roofblei te gaan belagen. Maar eerst zouden we wat stekken vanaf de kant bevissen. Er is namelijk niets zo motiverend om een mooie vangst te noteren. En die kwam er gelukkig vrij snel. Het was Jouke die een enorme dreun op de hengel te noteren kreeg. De slip gierde het een tijdje uit en ik stond te genieten van Jouke’s gezicht. Jouke straalde aan alle kanten rust uit, maar toen de vis in het netje lag toonde hij zijn emotie: Een gebalde vuist en brede lach maakten mijn dag nu al goed.
Overigens had Jouke de vis op een 11 cm lange 1 meter diep lopende rocket. Wat mij betreft een topaasje voor de roofblei.
We moesten helaas ook constateren dat het de enige vis was die we vanaf de kant hebben kunnen verleiden. De boot ging te water en de nieuwe manier van roofbleivissen kon beginnen. De rivier was me natuurlijk niet onbekend en ik was wel zo slim om een stuk rivier uit te kiezen waar ik al vaak de roofblei belaagd had. Ik kon dus al wat plekken aanwijzen waar we roofblei konden verwachten. Mochten we er niets vangen, dan wisten we genoeg en konden we rekenen op een taaie middag. Jouke draaide de gashandel open en snelde naar de eerste plek die ik op het oog had. Dit was een strekdam waar kleine kribbes van uitstaken. De kribben zijn er niet langer dan 2-3 meter. Maar ze zorgen wel voor extra wervelingen en keerstromen. Heel vaak heb ik er al roofblei en winde gevangen. We begonnen met het uitgooien van de kleine kribjes, maar dat leverde niets op. Mijn voorstel was om ons toch op deze strekdam te concentreren, want als het ergens moest gebeuren dan hier. We trolden daarom langs de strekdam en niet lang daarna sloeg de hengel van Jouke krom. Het was precies op het moment dat zijn aasje langs één van de minikribben kwam. Direct gilde de slip van zijn molen en vervolgens los. Dit gebeurde stroomopwaarts trollend en op de terugweg met de stroming mee kreeg Jouke al weer een jetser op de hengel. Maar weer bleef de vis niet hangen. Jammer natuurlijk, maar het positieve er aan was wel dat de roofblei hier op de rivier blijkbaar actief aan het jagen was. De boot werd weer gekeerd en we trolden weer tegen de stroming in. Halverwegen besloot ik mijn aruku een 10 tal extra meter lijn te geven. Direct tijdens het passeren van de eerstvolgende minikrib kleunde mijn hengel krom. De aanbeet was zo verschrikkelijk hard dat ik het zelden of nooit heb meegemaakt en dat wil wat zeggen. Mijn pols deed er zeker een half uur lang pijn van. De slip gierde en vervolgens kwam het bekende stoempen. Vol verbazing zag ik dat de vis ‘maar’ rond de 60 cm was. Wat was dit beest sterk.
Tijdens het landen kotste de roofblei een aantal prooivisjes uit. Het bleek dat de roofblei een ware slachting onder het snoekbaars broed aan het uitrichten was, want het waren allemaal snoekbaarsjes van rond de 5 cm. In totaal wel een stuk of 10. Je kunt dit soort gratis informatie voor kennisgeving aannemen, maar ik vond dat ik er wat mee moest doen.
Ten eerste was duidelijk dat de roofblei niet aan het oppervlak aan het jagen was. We hadden nog geen enkele activiteit aan het oppervlak gezien. Maar gezien de hoeveelheid snoekbaarsjes en ook de frisheid ervan kon ik alleen maar concluderen dat de roofblei actief aan het jagen was. Ook zouden deze snoekbaarsjes niet op half water zitten. Het deed mij besluiten om nog verder achter de boot te gaan vissen met de hoop dat mijn aruku nog een tandje dieper kwam te lopen. Niet veel later resulteerde dit in de volgende vangst. Wederom schrok ik me lam. Ongelofelijk dat zo’n klein visje zo enorm hard op het aas kon beuken.
Alles kwam tot nu toe van de kop van een krib vandaan, maar de roofblei is niet zelde langs de zijkant te vinden. Het loont dus zeker de moeite om af en toe een krib uit te zoeken en een aasje langs de krib te gooien. Hierbij let ik vooral op stroming, maar ook op begroeiing. De krib waar we het bij probeerden stond vol riet en het rit liep tot ver in het water. We lieten de boot op de harde stroming voorbij driften en deden onze worp. Mijn aasje landde goed 50 cm naast het riet en met één slag van de molen beukte mijn hengel krom. Ik moest als een gek binnendraaien om druk op de lijn te blijven houden en dat lukte. Vervolgens sprintte de vis ons voorbij stroomafwaarts. De slip gierde en ik genoot. Na een behoorlijk lange dril kon een dikke rivierroofblei worden geland. Wat een kracht!
Ondertussen werd het steeds drukker op het water. Waren wij om 12 uur nog degene die de tweede trailer parkeerde, nu goed 2 uur later stond het bij de helling helemaal vol. De ene speedboot na de andere waterscooter scheurde voorbij. We besloten nog één keer naar onze bekende strekdam te varen en deze langs te trollen. Het was weer ik die een adrenalineshot te verduren kreeg. Het werd de afsluiter voor vandaag. We wisten op de rivier in goed 2 en een half uur 4 roofbleien te vangen. Daarbij werden er 2 aanbeten gemist. Ik vond dit niet verbazend. Het bevestigde min of meer wat ik uit ervaring altijd al wist. Roofblei is zeer goed tijdens de hete uren van de dag te vangen. En dat is tegen de mening van veel roofbleivissers in. Zelf vind ik dat ze daar een soort eigen waarheid mee creëren. Ze vissen in de middaguren niet en vinden vervolgens bevestiging in hun bewering. Mensen die mij kennen weten dat ik niet zomaar iets neerschrijf gebaseerd op één ervaring. Te vaak heb ik juist tijdens de uurtjes rond de middag roofblei gevangen. Voor mij was het geen verrassing. We dat het juist vandaag gebeurde, want in de vroege morgen lukte het ons maar op één stek om één vis te verschalken. En ik ben echt mijn topstekken langsgegaan samen met Jouke. Roofblei vissen is daarom zeker op de rivier goed te combineren met andere visserijen. Maar wat is de rivier toch een geweldige plek om te vertoeven. Ik was er weer helemaal verslingerd aan. Wat zou die barbeelsessie allemaal voor moois op gaan leveren?
Barbeelvissen nieuwe stijl.
Dat is ook al de titel van dit verslag. Natuurlijk. Het is helemaal niet nieuwe stijl kan ik verklappen. Wat er nieuw aan is ben ik zelf. Ik ben name veel te rusteloos voor dit type visserij. Geen dobberstaren of hengelstaren voor mij. Ik kan het gewoon niet opbrengen. Maar ondertussen wist ik al wel dat Vincent het nu al in de vingers begon te krijgen. Bekijk de foto’s aan het begin van dit verslag nog maar eens. Ook had hij al een kopvoorn als bijvangst. Al vrij snel ontvouwde het volgende plan zich. We zouden een krib opzoeken en 4 hengels meenemen. Twee hengels zouden door Vincent worden gebruikt om de barbeel en al het andere dat wilde bijten te belagen. Ik zou twee roofvishengels meenemen en me concentreren op de roofvis. En gezien de resultaten kregen we het in de bol. We zouden gaan voor barbeel, winde, snoekbaars, baars, kopvoorn en roofblei. Maar ik zou al tevreden zijn indien een barbeel en één van de andere targetvissen langs zou komen. Dat wel. De gemiddelde barbeelvisser zal nu misschien teleurgesteld zijn. De titel van dit verslag is dus eigenlijk om mijn zwakte een positieve draai te geven. Niettemin zal er nog barbeel passeren.
Om 6:30 stonden we op de eerste krib. Vincent begon met zijn barbeelopstelling en ik begon direct brood uit te zetten langs de hele krib aan alle twee de zijdes. Met het teruglopen zag ik de eerste winde al azen. Ik liep terug en maakte mijn 8 gram spinhengeltje klaar. Dunne fluo voorslag direct op de hoofdlijn van 10mm dyneema. Aan de fluo voorslag werd direct een Gamakatsu haak gemonteerd. Dat was de uitrusting. Op de haak werd een broodkorst gezet van ongeveer 4 bij 4 cm. Ik wil op deze manier vooral de wat grotere windes selecteren. Ik sloop naar de plek waar ik de winde had gezien en direct zag ik een winde naar één van de korsten stijgen en opslokken. Ik plaatste mijn korst in de buurt van de plek en direct kwam de vis omhoog. De vis besprong met geweld mijn korst en ik sloeg aan. Direct even tikte de slip, maar vervolgens begon de winde wild in het oppervlak te spartelen. De eerste vis was al binnen. Voordat mensen nu direct deze manier van vissen gaan overnemen, wil ik eerst even aangeven waarom ik voor de kleine spinhengel heb gekozen deze keer. Winde is een wilde vis, maar echt hard vechten ze verder niet. Ik wilde eens kijken hoe dat was op licht materiaal. Ik vind het vooral een mooie vis en het bevissen van windes met drijvende korsten is ongemeen spannend. De volgende keer zal ik toch weer een spinhengel van 3 meter pakken. Je kunt verder weg van de kant blijven en je hebt beter controle over de lijn.
Zo zeg, wat een begin. Nu al een mooie vis en ook nog eens één van de targetvissen van deze dag. Vincent had nog niet eens zijn barbeel aas te water gelaten. Echter was het voor de rest helemaal klaar met deze krib wat de roofvis betreft. Vincent had ondertussen zijn aas te water gelaten en even was ik gebiologeerd door de op de harde stroming dansende hengeltoppen. Maar al snel verslapte mijn aandacht. Die was echter snel weer terug, want in mijn ooghoek zag ik Vincent aanharken. Vincent begon de vis naar zich toe te pompen en op mijn vraag antwoordde hij dat hij dacht met een platte te maken te hebben. Maar toen de vis vlak onder de krib alsnog begon te bonken herzak hij zijn mening: Misschien toch barbeel! We zullen het nooit weten, want voordat de vis in zicht kwam schoot de vis los. Jammer. De hengel werd weer van aas voorzien. Vervolgens begon Vincent met een potje te rommelen. Hij doopte een tonnetje in het potje en weer was ik even geïnteresseerd. Wat is dat dan? Het bleek een vismeel pallet te zijn en in het potje bleek een zelf gemaakte flavour te zitten. Hij liet me ruiken. Zo hé. Ik vroeg me al af waarom hij was gaan vissen. Elk rechtgeaard meisje zou gillend wegrennen bij zo’n loeft. Niet normaal meer wat een stank. Echter was Vincent onaangedaan van mijn grap. Hij haalde één van zijn hengels binnen het beaasde de hair met de stinkende pallet. Wat was ik blij dat hij had ingegooid. Vincent liet de boel naar de bodem zakken en zette de hengel in de stelling. Met dat hij zich omdraaide om naar de stoel te lopen zag ik de hengel direct krom gaan. De hengel werd in een erogene kromming getrokken door een grote vis. “Je hebt beet, Vincent!” Vincent draaide zich om, pakte de hengel en sloeg aan. Direct vloog de hengel nog krommer en even later zag ik mijn eerste barbeel ooit in real life. Ik mocht scheppen en fotograferen. Prachtig. Ik moet bekennen dat het mijn adrenaline pompje best even triggerde! En hier is de tweede targetvis van deze dag. 53 cm.
Het was volledig gedaan met de actie en we besloten naar een ander gedeelte van de rivier te rijden. Maar ook hier kwam niet veel actie. Wel zagen we een winde telkens onder de broodkorsten verschijnen. Maar toehappen deed deze niet. Wel wist Vincent nog een baarsje te vangen. Een aantal kribben verderop waren tientallen meeuwen constant bezig. Ik besloot polshoogte te gaan nemen met mijn roofvishengel in de hand. Het zou me niets verbazen indien er roofblei of snoekbaars zou zijn te vinden. Het was niet bepaald een kribvak dat ik in eerste instantie zou hebben uitgekozen. Binnen het kribvak stond nagenoeg geen stroming, maar de stroming er net buiten was des te harder. Ik kreeg er ook beet. Net buiten de stroming ongeveer 2 meter van de krib beukte een vis keihard op mijn aasje. Direct vloog de hengel krom en er volgde een run van zeker 40 meter gevolgd door de bekende stoempen. Roofblei. Ik liep naar de voet van de krib zodat de roofblei vanzelf de stroming uitkwam. Daarna was de vis snel geland. 70+ vis. En een mega run. Heb zelden zo'n run meegemaakt. Maar dat het allemaal er nog veel heftiger aan toe zou gaan wist ik toen nog niet. Ik zou namelijk de heftigste run die ik ooit heb meegemaakt gaan ondergaan.
Het werd tijd om wat te chillen. De temperatuur liep dusdanig op dat we de schaduw op moesten zoeken. Ook maakten we gebruik van deze lange pauze om de inwendige mens te voorzien. Opgefrist en uitgerust zouden we aan de avondsessie geginnen. Echter zou er geen barbeel meer komen. Ook bij deze stek zag ik vogels vliegen. Ik verliet Vincent weer om te kijken wat hier aan de hand was. Het bleken deze keer geen meeuwtjes maar sterntjes en de oorzaak van de commotie was de roofblei. En ze waren op die typische manier op speldaas aan het jagen. Grote klappen uitgedeeld met de staart, waarna de vissen onmiddellijk terugdraaiden om de verdoofde visjes op te slurpen. Ik ving een vis van rond de 60 die ik in het water onthaakte. Een paar worpen later vloog mijn hengel krom en gierde mijn slip. Na een paar seconde loste de vis echter. Toen viel het stil. De vissen waren weg en de sterntjes ook. Maar onverwachts vloog mijn hengel krom en vervolgens wist ik niet wat me overkwam. 10tallen meters lijn vlogen van de spoel. Als ik moet gokken zeker 100 meter. (heb 300 meter lijn op de spoel staan.) En dat allemaal in één go. Daarna zwom de vis evenwijdig van me. De slip tikte nog steeds, maar langzaam. Ondertussen vroeg ik me af wat het voor vis was, want ik voelde niet de bekende roofblei bewegingen op de hengel. Ook was het duidelijk geen snoek of snoekbaars. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat het een vals gehaakte roofblei zou kunnen zijn. En dan waarschijnlijk een 70er. Ik had het goed, want het bleek een grote roofblei. Na een lange en uitputtende dril met vele korte runs vlak voor mijn voeten kwam er een grote roofblei voor de kant. De vis had alles gegeven en ik vond het niet verantwoord een foto te maken met deze temperatuur. Na het onthaken bleef de vis voor me liggen in het water. Dat gaf me de kans mijn meetlint langs de vis te leggen. Ze bleek mijn grootste roofblei van dit seizoen te zijn. Super hoog en dik was ze. Aan alle kanten was de vis dus fotofähig, maar ik vind het nog steeds een goed besluit om er geen foto van te maken. Jullie moeten me maar op mijn blauwe ogen geloven (die ik overigens niet heb.) Ik heb de vis gereanimeerd en ze zwom weer weg. Heb er nog steeds adrenaline van. Man, man. Wat een run... En wat een prachtige dag ook.