[b]De drijvende kracht van de kunstaasstop.[/b]
In het nog niet zo lange verleden begon voor mij het nieuwe seizoen pas met het laatste weekend in mei. Ik ging in het gesloten kunstaasseizoen wel eens wat windevissen of met een dobbertje op zeelt. Ik deed dat dan vooral zonder veel inspanning. Ik liep voor het zeelten 30 meter van mijn huisdeur, kwakte fijngeknepen brood in het water, wat maïs erbij en dan ook nog wat mades en vervolgens werd de be-aasde haak ertussen gelegd. Het leverde nog wat zeelt op ook. Of voor de winde. Daar rolde ik mijn voordeur uit zo de auto in en ging dan ergens in de buurt naar een stek waar je haast vangstgarantie hebt. Eén winde, op de drijvende korst, dat wel. En dan was de stek al verstoord. Maar het was allemaal niet zo mijn ding. Sjouwen het al die rommel. En dan het dobberstaren. Ik ben er allergisch voor. En die stek van die windes verdient ook niet bepaald de prijs voor meest romantische omgeving. Nee, voor mij begon het altijd met het laatste weekend in mei. Sinds vorig jaar is echter verandering gekomen in de start van het nieuwe seizoen. Gelukkig heb ik een aantal toffe vismaten. Eén ervan (Michiel) heeft mij vorige gesloten kunstaasseizoen op sleeptouw genomen. Nog steeds winde vissen, dat wel. Maar wel in een adembenemende omgeving. Lekker op de ruigste rivier van Nederland met drijvende korsten winde vissen. Het is echt een verslavende methode van vissen. Ook hielp hij me aan het karperen met drijvend aas. En dat allemaal zonder gesjouw of zonder gebruik van een dobber. Het is ook nog eens super spannend om zo’n vis onder je aas te zien verschijnen. Michiel liet me op deze manier ook nog eens de mooiste vissoort van de gesloten kunstaasperiode vangen: Een graskarper. En in wat voor een omgeving. Prachtige polders uit grootmoeders tijd. Vol geluk toon ik hier dan ook mijn eerste bonusvis van het afgelopen seizoen, want mensen, deze lucky basterd is begonnen aan een terugblik van het visseizoen 2009/2010!
[b]Door schoonheid van de openingsdag.[/b]
Voor het eerst kwam ik de gesloten kunstaasperiode lekker relaxed door en dat allemaal dankzij een top vismaat. Ook op de eerste dag van het nieuwe kunstaasseizoen was hij van de partij samen met nog 2 vismaten. Met zijn vieren gingen we met 2 boten de rivier op. Het werd een prachtige dag. Voor mij leverde het 5 roofvissoorten op, ik liet mijn kapitein van die dag zijn eerste roofblei van over de 70 vangen en Neelis ving een prachtige snoekbaars. Ook deze rivier is adembenemend qua schoonheid. Ik kan niet anders zeggen. Maar Michiel ving op die dag toch de mooiste vis. Een snoek van tegen de meter aan. En wat een omgeving om zo’n vis te vangen.
[b]I love it when a plan comes together.[/b]
Jullie kennen vast die oude serie wel: The A-Team. Ik denk het wel want de serie is laatst onder het mom van de retro hype herhaald. Ik vind het eigenlijk helemaal niets, maar in een gezin met veel broers en een zus kwam ik er niet altijd onderuit om er toen naar te kijken. Elke aflevering had zo’n beetje de zelfde plotlijn. Er was daar een probleem en daar werd het A-Team voor ingehuurd om op te lossen. De grote geest van het team verzon dan een plan. Alleen werd dat niet uit de doeken gedaan en altijd leek het mis te gaan. Maar uiteindelijk bleek het plan dan toch te werken. Het liep altijd goed af. Aldus de plot. De grote geest eindigde steevast de aflevering met de gevleugelde woorden: “I love it when a plan comes together.”
Mijn verhaal dat daar op aansloot begon nadat iemand mij een linkje had gestuurd van het toentijds nieuwe aasje van Spro, de kleinste BBZ. Je weet wel, degene met maar 1 dreg. Ik had zowaar de link naar de video aangeklikt en binnen 10 seconde was ik geboeid. Op dat swimbaitje zou ik roofblei gaan vangen. Ik wist het zeker. En een plan rond dit aasje ontspon zich in mijn brein. Ik zou er het grote roofblei-probleem mee aanpakken: de speldaasperiode zou ik er mee proberen te doorbreken. Aldus mijn plan. Zelf heb ik al lang geleerd om bij het roofbleien juist iets anders te doen dan de gemiddelde roofbleivisser. De gemiddelde visser meent dat de roofblei moet worden belaagd met uiterst klein kunstaas in de speldaasperiode. Want, zo zeggen ze, dat komt het meest overeen met waar de roofbleien op dat moment op jagen. Ik wilde juist de BBZ gebruiken om de roofblei te verleiden. Dus niet met kleine aasjes, maar met een relatief groot aasje. Toen het zover was en ik met vismaat Michiel naar de stek reed kondigde ik het al bij hem aan. Inderdaad begon ik er mee te smijten. Het swimbaitje werd door de stroming omhoog gedrukt. Net als op de video was het vinnetje juist boven het wateroppervlak te zien. Maar net als bij het A-Team leek het in eerste instantie niet te lukken. Maar dan ineens uit het niets kleunde een mooie roofblei vol op het aasje. Later volgde er nog één. Michiel kreeg niet eens beet. I love it when a plan comes together.
[b]Meer voor minder.[/b]
Roofblei is nooit hetzelfde. Daar waar ik in de zomer van 2008 gigantische aantallen ving bleef het afgelopen zomer beperkt tot enkele vissen per sessie van een paar uur. Ik kan me in 2008 een avond herinneren waar mijn vismaat en ik samen meer dan 50 vissen vingen. Elke worp was raak. En naast die avond wist ik meerdere keren ruim de dubbele cijfers te halen qua aantallen. Het waren vaak kleinere vissen afgewisseld met een dikke bak. 2009 was zo anders. Ik ben nooit in de dubbele cijfers gekomen. Het was bij tijd en wijle zelfs sprokkelen geblazen, maar gelukkig kwam er altijd wel een vis uit. Maar wat waren het allemaal kwalitatief prachtige vissen. Allemaal waren het hoge, dikke bakken en velen waren van bonusformaat. Ook wist ik mijn eerste twee polderroofbleien te vangen. En alle twee weer 70+. Het was echt een roofblei-jaar om van te watertanden. Ik zou er voor het komend jaar zo voor tekenen: Meer magische vissen bij mindere aantallen.
[b]Toeval bestaat niet.[/b]
Ik heb het geluk mogen hebben om een paar keer met Pieter op stap te gaan. Wat een klasbak. Echt niet normaal meer. Echt vol respect denk ik terug aan alle keren dat ik bij hem in de boot heb mogen plaatsnemen. Pieter weet naar mijn mening ervaring en stekkennis te combineren met intelligentie. Hij is duidelijk niet te beroerd om iets nieuws te proberen en vaak levert dat nieuwe ook vis op. Ik heb hem al die keren wel een mooie bak van een snoek zien vangen. Toeval denk je? Nou, volgens mij bestaat toeval niet. Hij is de kanjerkoning van snoeken.net, maar voor mij is dat zeker niet de reden waarom ik graag bij hem in de boot stap. Pieter straalt een ongelofelijke rust uit die een erg positieve uitstraling heeft op mijn onrustige natuur. Je zou er zelfs een grap over kunnen maken: Het heeft een verlammende werking op mijn vangsten, want echt vangen doe ik zelf niet als ik bij Pieter in de boot zit. Toch is het onmogelijk om je te vervelen in de boot van Pieter. Hij vist zijn hele leven al en er zijn daarom geen stiltes. Ik heb al zo veel anekdotes mogen beluisteren. Ook mocht ik het grootste visavontuur van mijn leven beleven. We kwamen midden op groot water van het ene moment op het andere in een vliegende storm waarbij de golven behoorlijk werden opgestuwd. Het water klotste met elke golf de boot in. Pieter bleef echter rustig een loodste ons de luwte in waar we water konden hozen en vervolgens… doorvissen. De beloning was groot, want als gezegd ving Pieter een dikke bak van een snoek. Maar als je denkt dat hij vangt doordat hij op zijn thuiswater was, dan heb je het mis. We zijn eens samen naar de Fait for lure and fly geweest. Daarvoor werd even in de polder gevist bij mij in de buurt en het laat zich raden natuurlijk. Een dikke bak van een snoek was voor Pieter.
Ik raad trouwens iedereen aan even het jaaroverzicht van Pieter erbij te pakken. Het is smullen geblazen, kan ik beloven.
[b]Rapfen Vincent.[/b]
Ik kan echt geen andere titel verzinnen voor deze alinea van het verslag. Hoewel ik even heb getwijfeld met Rappido Vincent. Lange tijd heb ik gedacht dat ik de grootste roofblei-idioot van Nederland ben. Maar dat veranderde op slag toen ik Vincent voor het eerst tegenkwam. Die gozer heeft volgens mij maar één woord in zijn vocabulaire: Roofblei. Hij kent volgens mij ook maar één buitenlands woord: Rapf. Echter is hij ook nogal druk en erg snel van begrip. Vandaar de twijfel over de titel. Als je met hem staat te praten dan is het welhaast een monoloog aan woorden: Rapf, roofblei, roofblei, rapf, enz. Ik zwijg meestal en dat wil wat zeggen.
Ik durf gerust te stellen dat ik als roofblei-idioot zwaar word overklast op het gebied van roofblei-idiotisme. Ik heb trouwens voor zeker een aantal van de mooiste roofbleimomenten juist met Vincent aan het water mogen meemaken. En daarbij doet Vincent, die pas eind juli is begonnen met vissen op de roofblei, absoluut niet voor mij onder. Vandaar Rapfen Vincent en bekijk de ogen op bijgevoegde foto maar eens. De gedrevenheid, passie en roofblei madness knetteren zo van je beeldscherm af.
[b]Extase.[/b]
De mooiste visdag beleefde ik ook samen met Rapfen Vincent. Het duurde eigenlijk best lang voordat de vangsten op gang kwamen. De vissen bleken diep te zitten en het kostte even voordat we daar achterkwamen. Toen ontspon zich een beestachtige 120 minuten durende razernij van roofbleiaanbeten, vangsten, fotograferen, laten zwemmen. Na de 120 minuten was ik kapot gebeukt door de roofblei. Drie keer mocht ik El Golpe ondergaan. De Beuk der Beuken is eigenlijk wel waar ik altijd naar op zoek ben. De roofblei beukt vaak hard op de hengel, maar El Golpe is overweldigend. De hengel beukt in één keer krom tot in het handsvat. Daarna giert direct ook de slip. Bij mij vliegen alle haren overeind bij zo’n beuk en mijn bloed begint te pompen. Het is niet gezond, maar voor mij de ultieme drug. Het had bij mij tot gevolg dat ik in extase raakte. Ik geef het eerlijk toe. Pas weken later, toen de roofblei wegtrok naar onbekende vertes, raakte ik er een beetje van verlost. Maar die dag vingen Rapfen Vincent en ik vele prachtige en vette roofbleien. Het kon allemaal niet op.
[b]Als ze willen dat je neus bloedt, doe alsof je neus bloedt.[/b]
(Uit Hey DJ! Van Jiggy Dje. Zie en beluister de volgende link: http://www.youtube.com/watch?v=_ovjJptW7IA )
Tijdens de hierboven beschreven dag was er even rust. Vincent en ik waren super uitgelaten. Logisch na 10 tot 12 roofbleien. Allemaal nog mooie bakken ook. De rust werd veroorzaakt door een aantal vissers, die ineens langskwamen. Zij vonden ons in opperbeste stemming, of zeg gerust uitgelaten stemming tot op het idiote af. Zij hadden natuurlijk het vermoeden dat wij dik aan het vangen waren. Echter antwoordde Vincent het tegendeel van wat die vissers verwachtten: Niets gevangen. Dat zou ik ook vaker moeten doen. Doen alsof mijn neus bloedt. Voor mij is dat eigen tegennatuurlijk, maar dit is wel iets waar ik in de toekomst aan ga werken. Je bent nooit te oud om te veranderen. Als ze willen dat mijn neus bloedt, dan zal ik doen alsof mijn neus bloedt. We konden trouwens volledig doen alsof we niets vingen. We gooiden gewoon niet zo ver en de aasjes lieten we daarbij niet te diep afzinken. Want daar vingen wij de vissen: Diep en ver van de kant.
Na een half uur dropen de vissers weer af. Wij hadden het rijk weer voor ons alleen, wat direct resulteerde in een mooie roofblei.
[b]Van je familie moet je het maar hebben.[/b]
Neef Stephan bleek ineens aan het snoeken te zijn geslagen en we kwamen in contact ook. Dat heb ik inmiddels geweten.
Stephan is direct maar aan het jerken geslagen en niet zonder resultaat zo zag ik al aan de vangstberichten op de diverse forums. Hij had al aangekondigd dat hij een favoriet aasje had: De Prologic 4Play. Het bleek een echte topper. Stephan heeft me er al een paar maal qua aantallen mee uitgevist. Gelukkig heb ik hem dat inmiddels een aantal malen terug kunnen betalen, maar één ding is duidelijk. Stephan is een volwaardige vismaat geworden. Vul humor zit hij ook en het is genieten om met hem langs het water te struinen. En met het al eerder beschreven resultaat had ik hem meegenomen naar wat stekken. Ik zal niet snel dat ene bruggetje vergeten. Ik stond aan de ene kant te gooien en Stephan stond aan de andere kant met zijn 4Play een achtje te draaien langs de brug. Ik zag dat niet, maar later vertelde hij dat. Het is de zelfde beweging waar muskies in Amerika mee over de streep worden getrokken en blijkbaar werkt het ook bij de snoek. Plotseling hoorde ik achter me: “Zo! Dat is een grote!” Ik draaide me om en zag Stephan als een snaar zo gespannen op de brug staan. Daarbij boog zijn jerkstok zwaar door richting water. Stephan had beet en het was een beste. Ik mocht de snoek uit het water pakken. Maar wat een bek had het beest. Echt niet normaal meer. Toen ik de snoek vanaf de brug zag dacht ik dat de vis de meter niet zou halen, maar nu… terwijl ik het beest bij zijn lurven moest pakken dacht ik even dat het een ruime meter zou zijn. Wat een megamuil had het beest. Het was echter gezichtsbedrog. De snoek tikte net niet de meter aan en dat is jammer want het is toch een magische grens. Goed. Stephan houdt nog wat te wensen over, maar ik denk dat het niet lang ga duren voordat de grens door hem beslecht wordt.
[b]Files zijn een zegen voor dit land.[/b]
Wat heb ik toch misbruik gemaakt van het fileleed. Als ik al hoorde dat er een mogelijkheid van een file was dan ging ik al de grote weg af. Lekker de polder in en dan genieten van de omgevingen en zoeken naar die mooie sloten. En ik heb gemerkt dat de snoek overal te vinden is in Nederland. Of ik boog af naar een potentiële roofbleistek. Of ik zocht de snoekbaars op. Wat een prachtig visland is Nederland toch. Niet alleen is overal water te vinden waar snoek, snoekbaars en roofblei ruimvoldoende aanwezig is. Nee, men gaat hier nog een stapje verder. Men legt er zelfs prachtige infrastructuur aan waar files ontstaan. Die kan ik dan mooi ontduiken.
En soms levert dat een beste vis op. Ik had bijvoorbeeld een klein kommetje gevonden omgeven met wat zijslootjes. Het was ideaal polderwater en het rook er naar snoek. Aan alle kanten. Met de eerste worp al zag ik een snoekje volgen dat amper groter was dan mijn jerkbait. Gelukkig beet ze niet. Maar ik bedacht nog wel dat mogelijk mama langs zou kunnen komen. En twintig meter verderop kwam mama langs. Een snoek van rond de 70 volgde al weer mijn jerkbait en deed een aanval vlak voor mijn voeten. Ik schrok me helemaal het apenzuur, want ik had haar niet aan zien komen. De snoek schoof werkelijk volledig het ondiepe op, waar goed 5 cm water stond. Ze miste de jerk, gaf me een knipoogje en verdween het diepe in. Prachtig! Dan oma maar bedacht ik. En Oma kwam. Ook al vlak voor mijn voeten en op exact de zelfde plek waar mama mij nog had liggen uitlachen. Moet ik het de ervaren jerker nog beschrijven hoe dat gaat? Dat zo’n omasnoek als een kronkelende slang de diepte uit komt schieten? Dat ze de bek volledig openspert? En dat van het ene op het andere moment de jerkbait volledig uit zicht verdwijnt? Dat de snoek direct wegdraait van de kant? HARKKKKK! Dat is dan steevast wat ik doe. Ik heb daar geen controle over. Kleinere snoeken tot rond de 50 cm heb ik zo (tot mijn schaamte) in één klap uit het water geslagen. Nu echter, sloeg ik op beton. De niet misselijke jerkpook vloog volledig krom en de misselijk zwaar afgestelde slip hield het niet. Meters lijn werden genomen. De snoek vocht keihard, maar moest zich toch gewonnen geven. Echter was het erg moeilijk de snoek te onthaken. De dreggen van de jerk zaten achter in de strot en gezien de temperatuur besloot ik geen foto te maken. Ik begon te reanimeren en zodra ik de vinnen uiteen zag gaan en de snoek zich rechtzette liet ik haar los. Ze bleef echter gewoon in het water staan. En dat het voor de kant ondiep was had ik al geschreven. Ik pakte mijn camera, liep naar de snoek en pakte haar achter de kop. Klik deed mijn camera. Het leek wel of ik bij de snoek een schakelaar omzette, want met een enorme klap schoot ze los uit mijn hand. Mijn broekspijp kreeg de volle laag van de staartslag en was kleddernat. Ik had het verdiend. Had ik haar maar niet zo moeten pesten. Maar ik heb nu een foto en dan is die natte broekspijp niet erg. Niet de mooiste foto overigens, maar wel één van de mooiste herinneringen van het afgelopen seizoen. Ik heb nog vaak teruggezocht naar dat kommetje, maar het niet meer teruggevonden. Maar files genoeg. Ook in de toekomst. Gelukkig maar.
[b]Vraatzucht.[/b]
Of gewoon efficiënt eten? Ik weet het niet, maar nu na een aantal winters met veel ijs, lijk ik een trend te zien. De snoek komt er moddervet onder vandaan. En zeker deze winter zijn de sloten flink bevroren geweest. Vissen was totaal uit mijn systeem. Met het intreden van de dooi bleef bij mij het verlangen naar vis onderkoeld. Ik was met heel andere dingen bezig. Echter werd ik uit mijn antivisslaap gerukt. Maar het ijs was zo dik aangegroeid gedurende de winter dat er nog steeds op de meeste sloten ijs lag. Gelukkig zijn er altijd van die plekken die toch zonder ijs raken en als je dan gaat snoeken is het veel autorijden. Het is zoeken naar die wakken waar het wateroppervlak flink in beweging is. Niet veroorzaakt door regen. Ook niet door wind. En zeker ook niet door watervogels. Het is zoeken naar witvis. Hele scholen. Niet om ze te vangen, die witvisjes. Het is om dikke, vette jerkbaits doorheen te trekken. Om de school met witvis uit elkaar te doen spatten. Snoek te triggeren. Ja zelfs vette snoek. Want dat had ik al gezegd. Het valt op en kan niet ontkend worden. Snoeken komen vet onder het ijs vandaan de laatste winters. Deze nawinter was de zoektocht moeizaam. Twee schamele plekken vond ik waar voldoende witvis aanwezig was. En zeker die ene, gewoon in een sloot van goed 3 meter breed, leverde veel snoek op. Zoveel zelfs dat ik neef Stephan meenam. De plek was goed 30 meter lang. Verder kon er niet gevist worden daar. En ik liet hem de keuze. Bij het bruggetje beginnen of bij de andere kant. Stephan koos voor het bruggetje. Ik deed mijn worp in het hoekje. Op de eerste worp en na twee tikken met de nieuwe jerk kwam de eerste snoek al. Whap. De snoek werd geland en verder ging het in dat kleine achenebbisj-slootje. Even later meldde Stephan een misser van een klein snoekje. Altijd leuk om even over de schouder mee te kijken en inderdaad kleunde het snoekje nog één keer op de jerk van Stephan. Maar ook nu bleef ze niet hangen. Latere worpen deden de snoek niet meer bijten. Ik bood hem mijn hengel aan met mijn jerk (degene op de foto). Stephan gooide in en terwijl ik de jerk in mijn gezichtsveld zag komen gingen mijn haren overeind staan. Een waar monster sperde haar bek open en schoof over de jerk. Helaas loste de vis na een seconde of 10. Wat een bakbeest was dat! En dat op een kippensloot van 3 meter breed. De snoek hebben we niet meer gezien. Ook niet bij latere bezoekjes. Maar we hebben wel veel plezier beleefd aan dat ene stukje sloot.
[b]Een heitje voor een karwijtje.[/b]
Dat was vroeger de lijfspreuk van de gemiddelde padvinder. En ik moet zeggen… Soms word je beloond door onbaatzuchtig hulp te bieden. Het was nog steeds berenkoud. (Zie de foto maar: Winterjas en vest.) Stephan had een favoriet aasje aan de bodem van een singel geoffreerd. Het aasje was niet eens een duur aasje, maar het was gewoon een ding dat hem veel vis had opgeleverd. Hij had vol vertrouwen in het ding. Hij wilde het aasje dus terughebben. Echter bogen de dreggen van de kunstaasredder uit op het voorwerp onderwater. Stephan belde me met de vraag of ik een dik touw had. Hij had het plan om zijn tuinhark achter het voorwerp te gooien. Ik had een touw en zo stapte ik in de auto en reed naar de afgesproken plek. Echter was Stephan nog niet thuis. Hij was lopend en ik was sneller ter plekke dan dat hij kon lopen. Echter had ik juist een nieuw aasje op de kop getikt. De nieuwste swimbait van Spro uit de BBZ familie. Het gaf mij de kans om het aasje even te proberen. Ik de schemering deed ik er mijn eerste worpen mee. En je raadt het natuurlijk al. Ik kreeg beet. Niet zo zuinig ook. Ik voelde een ferme ruk aan de hengel en harkte aan. Ongelofelijk. Wat vocht deze snoek hard. Ze presteerde het ook nog eens om 3 keer volledig uit het water te komen. Voorwaar een prestatie gezien het koude water. Ik belde Stephan of hij al in de buurt was en of hij de camera bij zich had. Stephan was net thuis… Hij sprong zijn auto in reed met gierende banden naar mij toe. Hij was er zo snel dat hij de snoek zijn laatste sprong nog zag maken. Jammer genoeg had hij nog net zijn camera niet in de aanslag. Ik landde de snoek en mocht er mee op de foto. Het was op dat moment de grootste snoek van 2010 voor me, wat overigens niet meer zo is, maar daarover later meer. In ieder geval was het nieuwe aasje goedgekeurd.
En het kunstaas op de bodem? Ook met de hark was er geen beweging in het obstakel te krijgen. Kan je nagaan. Zelfs het aanbieden van hulp, zonder resultaat ook, wordt soms beloond.
[b]Wa mô je natoe dán?[/b]
Kennen jullie die reclame van SIRE? Het is een stukje uit “Aardige mensen”. En het is die boer die mensen wil helpen de weg te vinden, waarop de mensen die hij wil helpen verschrikt er vandoor gaan. Maar over het algemeen zijn boeren erg aardig. Goed dan, die ene keer dat ik met de riek van het land ben gejaagd daargelaten dan. Maar daar gaat het nu niet over. Ik was weer eens aan het vissen in één van de mooie polders die Nederland rijk is. Juist. Het was filetijd. En dan zie je ook direct dat de boeren nog hard aan het wek zijn op het moment dat de gemiddelde Nederlander al uitgewerkt is. En ik haakte een mooie snoek. Niks mis mee. En zowaar stopte een boer even van zijn werk om te kijken. “Müt ik ün fotôtje make dán?” Gelukkig ben ik niet zo bang voor vreemde mensen.
Het was allemaal wel grappig. Ik moest constant van de boer naar rechts. Voor mij naar links dan. Juist, richting water. En aangezien de grond er erg zacht was, wilde ik niet verder. Zou die boer toch gevaarlijk zijn geweest? Echt niet. Hij wilde zijn boerderij op de foto hebben. Dat denk ik.
[b]Wat een afsluiter![/b]
We zouden nog één keer gaan proberen de snoeken te vangen voordat ze de liefdeskriebels zouden krijgen. Ik zou met Neelis beginnen en later zou Michiel aansluiten. Echter was er geen beweging in de snoek te krijgen. Maar Neelis had voor een verrassing gezorgd. Hij had nog twee dode voorntjes meegenomen. De laatste twee die hij had. Eén voor hem en één voor mij. Hij begon en hij kon met pijn en moeite een snoekje van goed 50 cm ermee vangen. Later ving hij op zijn jerkbait nog een afgepaaide snoek. We waren duidelijk te laat, want de snoeken hadden de kriebels al aan hun cloaca gekregen. Maar om nu deze laatste snoekdag te verpesten door te stoppen ging ons te ver.
Op weg naar een nieuwe stek zag Neelis, achter in de auto zittend, dat het topoog van mijn hengel stuk was. Ik kon daardoor nog afslaan en een andere stok ophalen. Bij de nieuwe stek kreeg ik de doodaashengel, prikte er de dode vis op en gooide in bij een mooi kommetje. Ondertussen begon ik mijn tweede jerkstok op te tuigen. Ondertussen dobberde mijn dobber op het water. Eindelijk klaar. Ik deed er mijn nieuw verworven heuker aan en gooide in naar de overkant van het kommentje. Dit kommetje was al lang door Neelis en Michiel uitgevist, maar je kon nooit weten. Stiekem hoopte ik ook een snoek te triggeren op de dode vis. Ik had dit opgepikt van Pieter die ik wel eens hierover had horen praten. Pieter had in Zweden zo wel eens het verschil gemaakt toen hij daar de ene volger na de andere had. Waarom zou ik het hier niet proberen? De jerk tikte ik rustig langs mijn dobber en met dat de jerk langs mijn dobber ging, zag ik de dobber ondervliegen. Nee toch zeker? Maar jawel. Ik had beet. Eindelijk na een halve dag buffelen. Ik viste als een gek mijn jerk binnen, tilde deze uit het water en rende naar de hengel die 3 meter verderop lag. Ik draaide de lijn strak. De snoek lag precies op de plek waar ik de jerk zojuist uit het water had getild. Ik zocht contact met de snoek en harkte aan… Ik sloeg op een betonblok. De stevige stok ging helemaal krom. Even keek ik naar de hengeltop. Geen reactie. Maar ja hoor. Na een paar seconde kwam er beweging in de vis… De snoek nam een eerste run door de slip. Na een tijdje kwam de vis voor het eerst in zicht. Goh, dit had ik niet verwacht. De vis zag er helemaal niet uit als een meter in eerste instantie. Ik informeerde gespannen bij mijn vismaten: maximaal 95 vonden ze. Maar het voelde allemaal zo aan als een meter. Ik heb ze vaak genoeg gevangen om dat te weten. En gelukkig was het een metersnoek. Wat een prachtige afsluiter van het snoekseizoen.
[b]Wat een begin![/b]
Na die prachtige afsluiter was mijn visseizoen echt af. Ik heb te veel mooie momenten meegemaakt om hier allemaal te beschrijven. Qua aantallen was het allemaal wat minder dan het seizoen ervoor, maar dit afgelopen jaar waren er veel meer kwalitatief mooie vissen bij. Wat een mooie snoeken heb ik gezien. Prachtige windes, snoekbaarzen en baarzen. En wat een geweldige roofbleien ook! Het kon allemaal niet op. Steeds vaker ook moest ik zo vlak voor het gesloten kunstaasseizoen aan de roofblei denken.
Ik besloot het nog één keer te proberen vlak voor het gesloten seizoen. Het zou het begin van het roofbleiseizoen voor me markeren, want in de zomer laat ik de snoek altijd met rust. Het was eigenlijk nog te koud voor die vissen was de algemene opinie van mijn vismaten. Maar ik wilde het toch nog een keer proberen. Twee keer kreeg ik beet en één keer bleef de vis hangen. Wat een bak van een roofblei ook weer direct. En wat een begin van het roofblei seizoen. Jammer dat ik 2 maanden moet wachten voordat ik weer verder kan gaan met roofbleien.
Maar wat het afgelopen seizoen betreft: Waar kan ik tekenen voor komend seizoen?