Na een nachtploeg gedraaid te hebben bij de Grolsch ging ik vroeg op weg, naar Gramsbergen, waar Hennie op mij wachtte met de boot. Behoorlijk uitgeslapen want hij had A.T.V. We gingen op weg met de auto naar een plek waar je plenty snoek of snoekbaars kunt vangen. Onderweg hele verhalen; is de boot wel groot genoeg voor al die vissen de we landen en heb je het fototoestel wel meegenomen?
Het zou vandaag mooi weer worden - ongeveer 30 graden - puf puf. Helaas met een noordenwind, dus niet al te gunstig. Daar aangekomen lieten we de boot voor 5 euro het water in op zoek naar snoek. We vaarden langzaam met ieders twee hengels met pluggen achter de boot. Nu laat de snoeken maar komen zeiden we tegen elkaar.
We gingen langs mooie plekjes met veel waterlelies. Het was ondertussen best heet aan het worden. Vlug wat zonnebrandcrème factor 20 opgesmeerd, vooral op mijn kale kop. We vaarden verder, maar het beet bleef uit. Zou het toch aan het mooie weer liggen? Ik haalde mijn mooie spreuk weer uit de kast en zei “Alles komt goed”, gevolgd door het even zo originele “Koffie koffie!”
Na weer een blikje fris te hebben opengemaakt, vaarden we verder. We kwamen op een groot meer waar het niet dieper was dan 45 cm (bedankt dieptemeter!). De motor ploegde door de modder, maar nog steeds geen vis die we landen konden en daar kwamen we toch voor! “Maar de natuur is ook mooi” zei ik tegen Hennie met weer de zonnebrandcrème te hebben opgesmeerd. We hielden moed. Het was ondertussen 5 uur in de middag, de pluggen lagen als nieuw in het water, er zat nog geen schrammetje op en dat moet ook niet. In de verte zagen we een boot op ons afkomen. Politie.
“Aan het vissen mannen?” “Ja, we zijn aan het snoekbaarzen met pluggen” zei ik. Na de vergunningen te hebben nagekeken gingen ze weer verder met de duim omhoog. Alles ok en zo hoort het ook. Op weg terug naar de boothelling concludeerden we dat het jammer was van de vangst, maar dat het wel een mooie dag was. Volgende keer beter. Het was een dag zonder snoek.