Erg vrolijk waren de weersvooruitzichten niet voor het geplande visdagje voor Sybren en Cantor. Van beide kanten waren er waarschijnlijk twijfels toen de regen met flinke kracht tegen de ramen kletterden. Cantor had de vroege ochtend benut om wat jerkbaits te spuiten maar de hoeveelheid neerslag op het zolderraampje deden Cantor vermoeden dat Sybren misschien wel eens het verhaal af zou kunnen blazen. Gelukkig had Cantor dit mis, om kwart voor tien stond Sybren bij hem voor de deur. Eerst werden een paar bakken koffie weggewerkt en hierna werd het tijd om brandstof te gaan halen. Pas rond half twaalf lagen de verschillende stukken kunstaas te spartelen in het water. Geduldig maar toch vol spanning zwommen ze achter en naast de boot op zoek naar een prooi…
Het regende behoorlijk en Cantor zat zich alweer druk te maken om de camera. Zoveel nattigheid vindt hij maar niks en Cantor hoopte dan ook dat er geen vis gevangen zou worden. Zolang het regende althans. Hoewel….nee, toen de eerste snoek, binnen een kwartier al, zich aanmeldde aan een klein Salmoplugje, greep Cantor dolenthousiast naar zijn toestel en besloot eerst een filmpje te maken van de dril. Zo kunnen andere mensen hier ook nog van genieten. Van de dril uitgaand, bleek het om een aardig formaat snoek te gaan. Dik was ze in elk geval wel, zeg maar gerust behoorlijk verzadigd. Ondanks dat kon de hornet er nog wel bij. Na de onthaak- en fotosessie, kon het meetlint beoordelen ofwel dat Sybren gelijk had met de geschatte maat, of dat Cantor het bij het rechte eind had met een iets minder groot oog. De dame bleek niet de door Sybren geschatte 1.14 te bereiken op de rolmaat. De band bleef hangen op zo’n 1.07, een prachtig formaat!! Voor Sybren inmiddels de vierde metersnoek van het seizoen. Vanaf nu noemt men Sybren dan ook de Metervreter. Een prachtige vis die na veel bewondering weer terugzet mocht worden in het mooie polderwater aan het thuisfront van de beide heren. Plopperdeplop, na een kwartier al een dikke vette metersnoek. Doe dat maar eens na.
Leuke bijkomstigheid is dat Sybren na een doordeweekse werkdag even aan het trollen was geslagen en ook binnen een kwartier een meter te pakken had. We treffen het hier maar in dat mooie Friesland.
Al trollend vervolgde Sybren als topstuurman de route in de hoop dat de volgende meter op de loer zou liggen. Regelmatig werd er gejaagd op enorme scholen aasvis en daarbij werd ook regelmatig ons kunstaas aangebeten, maar de vangsten bleven vooralsnog uit. De vele regen die nog steeds met bakken uit de lucht viel maakte het dat het er niet warmer op werd. De boot, aan het begin van de visdag leeg gehoosd, maakte al behoorlijk water, waardoor enkele molens van de vele hengels die in de boot lagen behoorlijk op hun donder kregen. Een dik half uur na de meter van Sybren, kreeg Cantor een aanbeet op de kleine vibrax spinner. In dit geval bleef de snoek wel hangen. Aangezien Cantor zich bewapend had met een ultralight spinhengeltje, was het, ondanks het formaat van de vis van 69 cm, nog een hele opgave de vis te drillen en te landen. Een heerlijk gevoel. Onthaken via de kieuwdeksel bleek noodzaak te zijn en ging betrekkelijk eenvoudig. Na de speld van de onderlijn te hebben losgemaakt, kon met een tangetje de kieuwboog verlost worden van het met een dreg uitgeruste spinnertje. Wederom een moddervette vis welke na een mooie snoekduik, zich weer kon storten op de grote hoeveelheden speldaas.
Tijdens de terugreis naar Cantors huis, volgden nog enkele aanbeten en ook de niet zichtbare takken en rietpollen deden hun uiterste best een stukje kunstaas te bemachtigen. Maar de gevlochten lijnen deden deze snode plannen gelukkig tot mislukking doemen. Thuis aangekomen wachtte een heerlijke bak snert, welke nog even opgewarmd diende te worden, de eerste foto’s zijn op de site geplaatst en een visprogramma werd in de tussentijd bekeken. Maar aangezien de regen aanhield leken de mannen een klein beetje besluiteloos over het vervolg van de middag. Na de radarbeelden van de overtrekkende buienfronten gezien te hebben, bleek deze aarzeling ongegrond. Het zou tegen drie uur opgehouden zijn met de harde regen. Dus na deze ingelaste, iets langer durende pauze vervolgden we onze weg. De regen hield eerst nog wel aan. Een beetje geklungel in de boot met visparaplu’s liep uiteindelijk op niets uit. De paraplu van Cantor ving dermate veel wind, dat Sybren geneigd was de buitenboordmotor uit te schakelen om verder te gaan zeilen, ondanks het belemmerde zicht wegens de kolossale plu. Noodgedwongen trotseerden ze dan maar gebroederlijk de regen. Na een tweetal minuten trollend verder gevaren te zijn, was ditmaal de snoek die eerder die dag de aanbeet loste, wel gulzig genoeg en, haakte zichzelf zodat de dril kon beginnen. De vibrax was ook dit keer het niet te versmaden toetje van het vraatzuchtige roofdier. Ook dit exemplaar was lekker vet, volgegeten met de vele aasvis die momenteel rondhangt hier in de ondiepe wateren. Wederom betrof het een kleine zeventiger, dit keer niet gemeten.
De weg vervolgend hing Sybren na wat twijfelend gemekker over wel of niet kunstaas verwisselen uiteindelijk toch maar een shadje aan zijn onderlijn. Sybren had geen vertrouwen in het vissen met shads, maar wilde ondanks dat toch een poging wagen. En zo gezegd zo gedaan, wie niet waagt, die niet wint. Dat dit een goede keus was bleek na twee minuten al een feit. Een gulzige slokop stortte zich over de shad heen en vol overgave dacht ze dit lekkere hapje in haar keel te laten glijden; als die stomme haak maar niet in het gehemelte bleef steken…De vis nam een paar mooie runs en Sybren drilde de snoek rustig uit. Verbaast als Sybren was dat een snoek op de shad hapte, bekeek hij tijdens het onthaken de snoek en was in de veronderstelling dat het een exemplaar betrof welke een week eerder gevangen was. Deze snoek was toen 74 cm en Sybren was voordat er gemeten werd, ervan overtuigd dat deze vis ook 74 cm lang zou zijn. De inschatting was juist en naar alle waarschijnlijkheid inderdaad dezelfde snoek als een week eerder.
Vlak na de tweede snoek voor Cantor was de regen gestopt en hier werd het een stuk aangenamer door. De lucht werd wat lichter en dit maakt ook het nemen van foto’s een stuk gemakkelijker, gezien de sluitertijd toch relatief sneller is en de kans op bewogen foto’s hierdoor dus kleiner. En bovenal bleven de snoeken ook nu de regen gestopt was gewoon doorbijten. Na en aantal aanbeten was het binnen een kwartier na de laatste vis Sybren die weer een mooie snoek kon gaan drillen. Hoewel mooi…de kleuren van de snoek waren eerlijk gezegd een beetje onsmakelijk om te zien. De gele vlekken onderop de buik richting de staart waren op een bepaalde manier echt goor om te zien. Deze kleuren bleek de snoek ook op de lippen te hebben, maar ondanks deze onsmakelijke kleuren werd hiermee de pret niet gedrukt. Sybren had inmiddels snoek numero twee op een shad gepakt, voor hem was dit de herontdekking van het derde wereldwonder. En bij deze tussenstand kon nog steeds gezegd worden dat de strijd aardig gelijk op gaat. Sybren nu op drie snoeken, waarvan de eerste eigenlijk voor twee telt, en Cantor op twee.
En na een uurtje verder trollen kwam de gelijkmaker. Een klein ontdeugend snoekje gaf na een paar minuten flink geweld uiteindelijk toe aan de tegenstander aan de andere kant van de lijn. Na het meetlint erover uitgetrokken te hebben bleek het om een mooi formaatje haring te gaan van maarliefst 43 cm, schoon aan de haak. Wat een driftkikkers die kleintjes. Super!! En zelfs met dit postuur wist de vis de hengeltop nog mooi krom te krijgen.
Hierna vond Sybren dat het tijd was om de plek, waar hij destijds zijn 114 cm snoek ving, met een bezoekje te gaan verrassen. Langzaam trollend, nog steeds met relatief klein kunstaas, voeren we behoedzaam over de plek des onheil. Net na de bocht ervoer Cantor een enorme knal op zijn spinner, welke nog steeds aan het ultralichte hengeltje hing. En misschien was het maar goed zo, dat deze snoek het kleine stukje kunstaas niet wist te haken. Het zou in elk geval een groot spektakel zijn geweest een dermate grote snoek te drillen op een hengeltje waarvan de top al hoepeltjekrom staat met een dikke zestiger. Maar helaas, we mochten het niet ervaren.
Inmiddels kwam een dreigende wolk over de jongens heen gedreven en liet het nodige water los. Gelukkig was dit maar van korte duur en werd het laatste deel van het traject bepaald door de eerder gevangen fortuinlijke snoek. “Nog één keer dat mooie stukje met die grote scholen visjes”, zeiden Cantor en Sybren tegen elkaar. En ook deze keer bleek er in ruime mate gejaagd te worden want her en der sloegen de staarten van de rovers kletsend door het jachtgebied. En de kleine visjes werden dusdanig opgejaagd, dat je ze soms tegen de walbeschoeiing aan zag kletteren. Wat een hectiek hier op dit korte en beschutte traject. Maar helaas bleef het bij het aanschouwen van enkel de aanwezigheid van rovende vissen, want vangsten kwamen er hier niet meer van. Wel gaven de verscheidene aanbeten ons nog steeds de indruk dat het nog niet gebeurd zou zijn. Maar de schemering deed intussen ook haar intrede en het was dan ook tijd om huiswaarts te keren. Op een steenworp afstand zijn huis, wist Cantor nog een snoek te haken. En deze dikzak gaf ook de nodige weerstand en maakte de dril weer erg plezierig om mee te maken. Onder toeziend oog van toeschouwers, enkele maten van Sybren, werd de snoek geland, gemeten en gefotografeerd. De exacte maat is de jongens niet bijgebleven, dus wat dat betreft worden jullie in het ongewisse gelaten.
Doe maar een gok….of weet jij de maat nog, Sybren??
Cantor