Laatst zag ik op facebook een foto van een oude tv serie waar ik als jongetje altijd naar keek. Bonanza. Eigenlijk heb ik geen idee meer wat de strekking van de serie was. Gewoon te lang geleden.
In Amerika zijn een aantal plaatsen die Bonanza worden genoemd. Ook moet er een verlaten goudstadje zijn. Echter betekent bonanza ook zo iets als 'geluk'. En daar gaat het om. Geluk.
Op dit moment ligt er ijs op de sloten. Veel vissers doen daar vreselijk moeilijk over. Alsof vissen een verslaving is. Hoe beschreef Jouke het gisteren? "Dwangmatig?" Mensen gaan dwangmatig naar het water. Vissen is geen ontspanning meer. Het is 'moeten' geworden. Maar er is zo veel meer. Zo veel meer ook dat zo veel meer belangrijk is dan vissen. Als ik terugdenk aan wat mij het laatste half jaar is overkomen... Zal er twee dingen uitpakken: Mijn vrouw is ernstig ziek geweest. Mijn dochter is twee maal in korte tijd in critische toestand opgenomen in het ziekenhuis. Maar de dankbaarheid is groot, want ze zijn alle twee weer gezond als een vis. Stiekem denk ik nu ook regelmatig aan onze motivator van deze site. Ik weet niet in hoeverre het hier bekend is dus zal ik er niet veel over zeggen. Maar Pieter moet nu door een enorm zware periode gaan. Veel belangrijker dan vissen.
Vissen heeft mij in ieder geval wel geholpen stoom af te blazen. En gelukkig is alles ten goede gekeerd voor mij en mijn gezin. Mijn gezin is gezond. Het mooiste op aarde. Geluk. Bonanza.
Zelf vind ik elk jaar de ijsperiode weer een verademing. Het geeft me de mogelijkheid na te denken over de afgelopen periode. Als ik dit betrek op de visserij dan mag ik stellen dat daar het 'geluk' zelden weg is gebleven. Door mijn familieomstandigheden deed ik het vaak met korte sessies en vaak was de polder mijn terrein. En 9 van de 10 keer hoefde ik maar met mijn kunstaas te dippen of er hing al een snoek aan de lijn. Het ontlokte regelmatig reacties van verbazing. Ook kreeg ik heel vaak de vraag hoe ik dat deed. Anderen waren heel de dag in de polder aan de gang en vingen samen een snoek of 6. Dat terwijl ik op de zelfde dag met meer snoeken op mijn conto thuiskwam in een veel kortere tijd. Is het geluk? Heb ik een super kunstaasje? Is het kunde? Is het soms zo dat ik in water vis waar amper wordt gevist? Dat soort vragen overstroomde me. En soms ook proefde ik de 'ongeloof'. Maar het dat laatste ben ik snel klaar. Hier wil ik Jouke quoten: "Geloof kan ik niet geven."
Als ik terugkijk naar het gebruikte kunstaas, dan kan ik niet zeggen dat er een aasje bij zat dat het altijd deed. Eigenlijk maakte het niet veel uit wat ik aan de speld hing. Of het nu een slidend aasje was, een swim bait of een plug. Alles werd gegrepen... Ik kan veel foto's van vangsten met verschillende aasjes laten zien, maar dat zou een beetje langdradig zijn. Daarom heb ik ze samengevoegd in onderstaande slide show. En zoals te zien is was de variatie aan vangende aasjes groot.
[youtube=uxOTZTv0Dus]
Maar wat is het dan wel? Kleur? Ook daar begin ik steeds vaker de "onbelangrijkheid" van in te zien. Ik heb gevangen met knalkleuren in helder water, maar ik heb net zo goed dik gevangen met een pikzwarte slider in koffiewater. En dat is exact anders dan dat veel mensen altijd beweren. Men zou natuurlijke kleuren in helder water moeten gebruiken en felle kleuren in troebel water. Zoals gezegd herken ik dit niet. Althans, niet in de polder.
Men is niet alleen overtuigd over bepaalde keuzes met betrekking tot kleuren, maar ook over de winter en late herfst bestaat zo'n vaste regel. In deze periode behoort men uiterst traag te vissen. Ook mijn bijna held Jan Schreiner beschreef dat. Volgens hem gold dat zelfs altijd voor snoek en tussen zijn redenatie was ook geen speld te krijgen. Snoek haalde de zieke en zwakke broeders tussen de scholen uit en die zwakke broeders waren ook traag. Hij staafde zijn bewering ook met de vangsten die hij deed. Toch ervaar ik het vaak anders. Ik houd het niet vol om de hele dag traag te vissen en juist op de momenten dat ik flink door hark, dan vang ik veel snoek. Aan de andere kant. Als ik aan die keer met mijn broer denk, gebeurde juist weer het tegenovergestelde. Mijn broer is ook al van het doorharken en daarom bond ik tijdens die bewuste middag met mijn broer juist een trage hybride aan de speld. Het resultaat was dat ik mijn broer het snot voor de ogen heb gevist.
Nee, ik kan maar 1 reden verzinnen waarom ik afgelopen periode in de polder zo veel heb gevangen en dat kwam telkens weer terug. Ik maakte bij toeval telkens de juiste keuze. Als ik toevallig 'traag' koos, dan vielen de vissen voor 'traag'. Ging ik als een dolle door het water, dan knalde de ene na de andere snoek op snelle baits. Koos ik een swimbait... Ja dan wilden ze dat ding weer hebben. Als ik daar weer aan denk... Mijn broer besloot op een gegeven moment tegen zijn gevoel in te gaan en met een swimbait te gaan vissen. Man, wat had hij een actie. De ene snoek na de andere kwam als een dolle aanzetten om op het laatste moment weg te draaien. Ik viste op dat moment met een zwarte slidende bait. En ik kreeg een stuk of 8 aanbeten, waarvan ik er 6 wist te verzilveren. Gekkenwerk.
Of die keer dat ik met een mede visser opliep. Kraakhelder water en ik monteerde een spigg. Knal oranje. De goed man was met een natuurlijk baitje bezig. Daarbij merk ik op dat de man al de hele dag bezig was geweest voor 3 snoeken. Ik begon net. Zo samen opvissend wist ik met dat oranje monster in korte tijd 6 snoeken te scoren. Daarna gooide ik de plug stuk tegen een grote tak. Uiteindelijk wist ik elf snoeken te vangen. Maar toen as die mede visser al lang afgenokt. Hij kon het niet meer aanzien en met een "Nee, hij heeft al weer een snoek!" nokte hij af.
Eigenlijk kan ik maar tot 1 conclusie komen. Ik heb enorm veel geluk gehad de afgelopen polderperiode. Pure bonanza.
Maar zoals altijd motiveert succes niet. Ik begon langzaam maar zeker genoeg van de polder te krijgen. Toch ben ik nog een keer spontaan gegaan. En ook nu speelde geluk een rol bij de vangsten. Ik vond tijdens het opruimen van de rommel twee vergeelde streamers. Zeker de grootste hield ik even wat langer vast. Daar had ik lang geleden grof mee gevangen aan de spinhengel, zo herinnerde ik me. Zeker die metersnoek die ik toen ter tijd er mee ving kon ik me goed herinneren. Wat was dat beest dik geweest. Maar goed. Ondertussen ben ik ook in het bezit van een vlieghengel en die gebruik ik nooit. Impulsief greep ik de vlieghengel en de streamer en ging op pad. Na 10 minuten van geklungel kwam de eerste acceptabele worp. Direct ook knalde een snoek over de streamer heen. Echter harkte ik aan alsof ik een jerkstok in de hand had. Ging hem natuurlijk niet worden en inderdaad spuugde de snoek de streamer weer uit.
Bij de worp erna wist ik de snoek alsnog te verleiden en de haak op de enige juiste manier te zetten. Echt te belachelijk voor woorden een snoekje van goed 65cm die een streamer van ruim 30 cm te grazen neemt... Uiteindelijk ving ik tussen het gestuntel door 5 snoeken. Puur geluk. Bonanza.
Zo nu en dan ben ik samen met Jouke met dood aas aan de slag geweest. Het is absoluut niet mijn ding, maar het is wel de manier om de grote snoekdames aan de schubben te krijgen. Mijn visserij zal het nooit worden en ik zal het zeker niet vaak in mijn eentje gaan doen. Maar ook hier speelde geluk zo nu en dan een rol. Bijvoorbeeld die keer dat we geen enkele aanbeet kregen. Ik had een baarshengeltje meegenomen met als doel de witvisscholen te localiseren. Er is geen snellere manier om ze te vinden. Maar zo op mijn stoel zittend en de baarsvissers voorbij zien schuivend bedacht ik me dat ik ook wel een paar worpjes zou kunnen doen. Niet dat de baarsvissers veel vingen. Er was er 1 die we 3 kleine baarsjes zagen vangen. Maar dat was dan ook alles.
Ik gooide in mijn stoel zittend het shadje in en even later zat ik een baars te drillen van over de 30 cm. En zo volgden er nog een stuk of wat baarzen, waarvan er een aantal ideaal waren als dood aas. Deze baarzen werden door Jouke aan zijn voorraad doodaas toegevoegd. Maar ik had duidelijk een school baarzen getroffen die de baarsvissers niet wisten te vinden.Gewoon zittend vanuit mijn stoel. Nog 1 maal deed ik een worp. Compleet de andere kant op. En daar lag een eenling. Whap. Hark... En daar kwam een prachtige 40+ baars boven. Tot hilariteit van mij en Jouke. Wat ik zeg. Bonanza.
Na die baarzen had ik wel het sterke gevoel dat ik weer een nieuwe bezigheid zou hebben gevonden voor de komende periode. Ik zou weer de haventjes af gaan struinen op zoek naar de baars. Dat heb ik ook een keer op kunnen brengen, maar ik was er snel klaar mee. De eerste worp al leverde een baars op en daarna bleven ze ook regelmatig even naar mij kijken aan de andere kant van de lijn. Toch is het niet meer zo mijn ding en dat heb ik absoluut te danken aan die prachtige sessies vanuit de boot samen met Jouke.Wat dat betreft mag ik me gelukkig prijzen.
Maar genoeg teruggekeken. Het wordt tijd om naar voren te kijken. Hoe is dat ook al weer? Wat geweest is kun je niet meer beinvloeden.
Het in de polder vissen heb ik ondertussen wel gehad. Deze winter zal ik het niet vaak meer gaan doen. Maar ik zal nog wel een keer met Celine mee mogen de polder in en dat ga ik zeker doen. En dat doe ik omdat ik er naar uitkijk.
Ook ben ik begonnen aan een project. Samen met Willem Romeijn wordt er gewerkt aan een nieuwe bait. De plannen zijn uitgewerkt en nu is het een kwestie van bouwen. Daarna zal er nog wel een testsessie volgen en mogelijk ook in de polder.
Waar ik nog het meest naar uitkijk zijn weer de sessies met Jouke. Het maakt eigenlijk niet uit wat we samen ondernemen. Het is altijd fijn. En vaak komen er ook mooie resutaten. Met Jouke zal het doodaas ook wel weer te water gaan zo nu en dan.
Verder zit ik nu te kijken naar een foto van een prachtige snoekbaars die ik vorige winter aan de mighty river gevangen heb. Dat... ja dat vind ik geweldig. En Jouke en ik zijn al een keer geweest. Gisteren was dat. Het was koud, maar het was er zo vreselijk mooi. Na een worp of 5 bleef de dunne dyneema al bevroren aan de ogen plakken. De ogen raakten dicht met ijs. Maar het was genieten. De eerste foto van dit verslag heb ik er gemaakt. Toch heb ik me voorgenomen dit vaak te gaan doen. Lekker vissen aan de rivier. Ik vraag me telkens weer af waarom ik dit zo weinig doe, want het is mijn echte visbonanza.