Enkele weken terug zaten Wout en ik weer eens bij elkaar. Gezellig avondje, borreltje drinken, spelletje doen en slap ouwehoeren. Al snel kwam het gesprek op vissen. Oude verhalen werden opgehaald, en met weemoed dachten we terug aan onze vaste stek om te dood azen. Helaas mag je hier niet meer vissen, en dat is flink balen! Via google earth hebben we die avond de gehele omgeving verkend. Na enige tijd kwamen we een klein haventje tegen dat met vele kilometers er tussen in verbinding stond met ons vertrouwde metersnoeken water. Als ze daar zitten... dan moeten ze hier ook zitten! Die avond spraken we af dat het wel weer eens tijd werd.
De datum hadden we op 9 november bepaald. Die morgen goot het van de regen. Als snel kreeg ik een whatsapp met de tekst ‘Hebben we zin om ons zeiknat te laten regenen?’ Nou nee, eigenlijk niet. Watjes als we tegenwoordig zijn, bliezen we de hele missie af. Achteraf is er bijna geen regen meer gevallen… Maar vandaag was het dan toch zover. Om een uurtje of 12 stonden we op onze spliksplinter nieuwe visstek. Het zag er veelbelovend uit. Eerst maar eens wat voorntjes vangen. Dat viel nog niet echt mee, maar na geringe tijd hadden we toch vier hengels met een dode voorn in het water liggen.
Wout had van al dat werken honger gekregen. Aangezien hij het beste de weg wist in dit oord, besloten we dat hij de aangewezen persoon was om even wat broodjes te gaan halen bij de plaatselijke supermarkt. Daar stond ik dan met 4 hengels… als ik nu controle krijg, schoot er door mijn hoofd. Maar veel tijd om daar bij stil te staan kreeg ik niet. Mijn ogen gleden van dobber naar dobber, steeds het zelfde rondje. Maar nu was er toch iets vreemds aan de hand. Ik miste een dobber. Snel uitzoeken welke hengel het was, en aanslaan dan maar. Al gauw voelde ik flinke tegendruk aan de andere kant van de lijn. Met een hand hield ik de hengel vast, met de ander probeerde ik het schepnet en de onthaal tang vast klaar te leggen. De dril verliep gladjes, en al snel lag er een mooie snoek op de kant. Snel en vakkundig werd deze dame onthaakt. Net toen ik me stond af te vragen hoe ik nou een foto moest maken, kwam Wout terug. Wat een mazzel, nu was de foto snel gemaakt.
Nu de rust was weder gekeerd, genoten we van een heerlijk broodje kaas. Ondertussen probeerden we een nieuwe voorn te vangen. Maar ze wilden hier niet aan meewerken, en het duurde dan ook lang voordat we de vierde hengel weer te water konden laten met een verse voorn. Niet veel later ging er weer een dobber onder. Het was de hengel van Wout. Ook hij was het nog niet verleerd, en al snel stond hij met een flinke tachtiger in zijn handen te glimlachen voor de foto. De snoek werd snel teruggezet om te verdwijnen naar de diepte van het water. ‘Die vorige snoek was ook op mijn hengel’ zei Wout. ‘Dat betekend dat het mijn snoek was’ glimlachte hij. ‘Dan sta ik nu op twee… hoeveel heb jij er al gevangen?’ vervolgde hij lachend. ‘Natuurlijk Wout, als jij dat wilt, was het jouw snoek…’
Het bleef lang rustig. We probeerden wat andere plekken uit, spraken met wat langs wandelende bejaarden en kletsten wat bij over van alles en nog wat. Uiteindelijk besloten we het nog even een kwartiertje te proberen op de eerste stek. Dat was geen verkeerde keuze, bleek al snel. Wederom was het de dobber van Wout die in de diepte wegzonk. En wederom kon Wout de snoek zonder problemen landen. Omdat ik hem tijdens het onthaken in de kieuwgreep had, mocht ik er mee op de foto. Snoek nummer drie voor Wout. Maar ik sta er met twee op de foto. ‘Probeer jij maar eens te bewijzen dat jij ze gevangen hebt’ zei ik tegen Wout. ‘De foto’s zeggen eerder 2-1 voor mij dan 3-0 voor jou’ vervolgde ik lachend. Ach… hoe het ook zei, we hadden een top middag! Zeker voor herhaling vatbaar, en meteen weer een goede nieuwe stek ontdekt. Dat beidt perspectieven.