Ik weet eigenlijk niet zo goed waar ik moet beginnen. Nah, laten we kiezen voor het begin. Eerst moet het mij echter van het hart dat ik het snoeken ontzettend mis. Op het moment dat ik dit zit te typen, schalt de top 2000 uit de speakers. Ook leuke tonen, maar hoor toch liever die altijd storende klotenradio van Rick, het enthousiaste geschal van Wouter, de filosofische woorden van Ralf of… ach, zo kan ik nog wel even doorgaan. Op het water zijn met je maten en genieten is zo ongeveer het mooiste wat er is.
Maar, sinds begin juli van dit jaar hebben we de sleutel van onze “nieuwe oude” woning gekregen. En wie dacht dat dit met een likje verf hier en een behangetje daar klaar was, komt bedrogen uit. Zo ongeveer alles wat er veranderd / vernieuwd kon worden is dan ook veranderd. Zoals wijlen pa gezegd zou hebben “ie kunt ’t better noe good doen, dan hoef ie er straks nie meer achteran”. Zijn raad hebben mijn broer en ik dan ook opgevolgd, soms tot bijna ergerlijke toe. Want, van het een val je in het ander en uiteindelijk had ik op het hoogtepunt zo’n 40 stempels in huis staan. Ik zei nog zo tegen mijn vrouw “waarom geen nieuwbouwwoning?”
Maar goed, sinds afgelopen zaterdag wonen we er en das ook best lekker na 3 maandjes schoonouders (wat overigens een . Wel moet er moet natuurlijk nog genoeg gedaan worden maar we proberen weer openlijk aan het snoeken te denken. Grote en mooie vissen zag ik de afgelopen maanden voorbij komen op internet en werd ik regelmatig gebeld voor de melding van weer een mooie vis. Geweldig om te horen, maar zelf op het water is natuurlijk het mooiste wat er is. De afgelopen maanden kon ik gelukkig een paar visdagen meemaken, maar die kun je op de vingers van 1 hand tellen. Genoten heb ik wel van elke minuut, dat zeker.
Verder bleef het voor mij beperkt tot het kantjes gooien in de verloren uurtjes op watertjes en slootjes hier in de buurt. Toch altijd even lekker om de kop leeg te maken. Een appje aan de jongens om te laten merken dat ik het nog niet verleerd was. Zo’n gedwongen stop heeft ook zijn voordelen. Je kijkt eens wat rond en herontdekt bepaalde technieken. Zo ving ik onlangs mijn eerste snoek op een “getwitchete” voorn. Onderlijn met 5 grams loodje, neushaak en 1 dreg. Werpen met een gevoelige 2.40-2.70 m stok en de niet al te grote voorn rustig terug vissen. Eigenlijk net als het snoekbaarzen met een shadje werpend vanuit de boot, echter nu niet zo diep. De aanbeet voel je meteen maar dan als een dolle de beugel open en ff wachten voordat je de haak zet.
Inmiddels heb ik de (al zeg ik het zelf) techniek redelijk onder controle en blijkt het een erg leuke actieve manier van doodaasvissen te zijn. Ik moet echter wel zeggen dat het erg verleidelijk was om na de eerste missers de dobberhengel te pakken om er zo toch nog 1 te vangen. Een voordeel van deze techniek is dat je in relatief korte tijd (en die had ik) toch een groot deel water af kunt vissen doordat je werpt. En een voorbij komende debiel bewegende voorn is wellicht toch aantrekkelijker voor snoekmans dan een stuk hout of hard plastic? Ik werk nog aan een jointed versie met een ratel ;-)
Daarnaast werden er hier en daar ook met kunstaas nog een aantal leuke snoekjes gefopt. Maar de echt lange visdagen vanuit de boot werden toch echt gemist, weekend na weekend. Voor mij is het nu nog even doorzetten zodat het huis helemaal klaar is en ik mij bezig kan gaan houden met andere zaken, en dat is niet het onderhouden van de tuin (sorry Michel ;-)) op zaterdag en zondag! Wel moet ik nog even een belangrijk deel van de garage aanpassen…..het deel waar de hengels komen te hangen en de tassen komen te staan. In mijn hoofd is dat plaatje al een tijdje helemaal helder. Voordeel van een nieuw huis is ook een mooie nieuwe keuken met koelvriescombi waardoor er een complete vrieskist overblijft voor jawel, grote voorraden aasvissen. En dat zonder dat de vrouw zaterdags sardines pakt in plaats van hamburgers.
Rest mij nog eenieder een goed uiteinde te wensen en dan zien we elkaar vast in 2013 ergens op één van de mooie wateren in ons landje.
Groet’n,
Marco Vogelzang