Rapfioot als ik ben had ik er een hard hoofd in. Overal op de rivieren laag water en nergens stroming. Toch wilde ik op de eerste zaterdag rapfen. Waar in Nederland kan je nog stroming vinden met dit lange droge weer? Ik wist het weer. Jaren terug viste ik er zelfs veel en dat was tot ik de Waal leerde kennen. Ik zou teruggaan naar die vergeten stekken. Terug naar het getijdegebied. Zeker bij op- en afgaand water stroomt het als een jekko en dat moest gewoon ook zo zijn nu het zo vreselijk droog was. Toch verwachtte ik er niet te veel van. Het getij checkend voelde ik een lichte tevredenheid. Gunstig vanaf 8 uur. Ik besloot er voor te gaan en hoopte stiekem op 1 Rapacious Carp. Maar zou er niets komen dan zou ik ook tevreden zijn. Maar na een taai eerste uur trof ik plotseling de jackpot. Mijn hengel ramde plotseling dubbel, maar veerde direct terug. Los. Op de volgende worp verspeelde ik er 1 na 10 seconde drillen. En ik was er blij mee, want ik wist dat het stond te gebeuren. En het gebeurde ook. Een paar worpen later rampde de hengel nogmaals dubbel en nu bleef de hengel ook krom. Wat een kracht in de stroming. Maar mijn hengel en molen deden hun werk en de vis was de mijne.
Zo werden er 8 prachtige roofbleien in vrij korte tijd gevangen. Wat een feest was het. En dan te bedenken dat ik hoopte op 1. De stroming ging na goed 40 minuten vangen en rammen er uit en plots waren de vissen weg. Maar dat weet je indien je in getijdengebied gaat vissen. Daarom had ik mijn plannetje klaar. Vlakbij was een mooie plek waar regelmatig een snoekbaars uit kwam. Het shadje liet ik zakken en nagenoeg direct kreeg ik een vaag tikje op de hengel, maar ik peerde mis. Snoekbaars? Ik zou het niet weten. Leek er niet op. Ik besloot mijn shad omhoog te draaien en te kijken of er soms gaatjes in de maagdelijkheid van de shad waren geprikt. Met het omhoog draaien kreeg ik al weer 2 vage tikken op mijn shad, maar ook nu bleef niets hangen. Witvis? Hier? Ik kon het niet geloven, maar moest er rekening mee houden. Ik liet mijn shad zakken en ook tijdens het afzinken 2 van die vage aanbeten. Erg vreemd allemaal. Dus toch geen witvis. Op de bodem aankomend tikte ik mijn shad op. Rammetje. Minimaal. Maar ik ramde knetterhard terug. Ik wilde het nu toch wel weten wat me zo zat te jennen. Ik sloeg de hengel krom op iets met behoorlijk wat kracht. De hengel ging krom en even gierde de slip. De vis kon ik echter nog steeds niet thuisbrengen. De dril leek een beetje op een zeelt: Wild gestoemp, diep blijven en af en toe een poging tot een run. Maar uiteindelijk won ik terrein en de vis kwam in zicht… De contouren van een graskarper? Maar nee. Andere staart. En dan werd het duidelijk. Ik zag de pyjamajas van de harder… De vis werd geschept en tijdens het neerleggen op het matje schoot de shad uit de bek van de harder. Zonder geluk…
Ik keek even op mijn horloge. 10 voor 10 en dan al 9 prachtige vissen. Wat een feest. Het shadden leverde nog 2 snoekbaarzen en een baars op. Ik vond het allemaal best zo en besloot er mee te stoppen. De volgende dag zou ik namelijk met Jouke het grote water op gaan. Altijd feest, ook al vang je geen balzaria. (Iets wat ik ook niet wil vangen, trouwens.)
Ja, snoekbaars wil niet zo lukken nog, maar met deze vis was ik super blij. Echter wachtte de visdag samen met Jouke. Op de Waal. Mijn domein. Natuurlijk kozen we een stuk uit dat ik goed kende door het vele vissen dat ik er van de kant heb gedaan. De boot ging te water en we maakten ons op voor een prachtige dag. Echter was het super taai. We kregen geen enkele aanbeet. Nergens niet. Jouke legde de boot stil en we overlegden. Ik kon nog twee opties verzinnen. De eerste was een zandput in de buurt en de andere was stroomopwaarts zoeken naar nieuwe stekken. De zandput bracht geluk. We wierpen en kantje af en al bij de eerste worp kreeg ik een tik op de plug. Het stoempen verried een mooie baars.
Direct tijdens de volgende worp werd mijn plug al weer tegengehouden. Vast! Ik keek naar de hengel en zag ineens een dikke stoemp op de top. Vis! Ik dacht het en Jouke riep het. Echter loste de vis na een seconde of vijf. Gek genoeg was het na deze twee worpen klaar. We besloten arrogant als we zijn wel na een rondje put deze snoek nog even op te gaan halen. Want dat het een mooie snoek moest zijn geweest was direct duidelijk. 30 minuten later lagen we er weer. En wederom was het mijn plug die werd tegengehouden. Ook zag ik direct de lijn weglopen. Ik rampde de hengel naar achteren en sloeg op beton. Zowwww… dat zijn de goede…. dacht ik nog en de snoek had er zin in. Harde run’s door de slip. Diep blijven en vooral veel kopschudden. Echter niets hielp de snoek. Ik mocht met de vis op de foto.
Na deze snoek mocht Jouke na een geweldige ram en een turbo run nog een roofblei vangen. ON-GE-LO-FE-LIJK. Een roofblei van goed 60 cm en dan zo vreselijk hard er vandoor gaan. Ook al een bewijs dat riviervissen zo veel sterker zijn dan op ander water.
De opening van het seizoen bracht me alleen maar mooie vissen. Hoe zou dat verder verlopen? De eerstvolgende keer dat ik op stap ging zou ik samen met een vismaat naar de rivier gaan ik had de smaak weer te pakken. Gewoon een paar uurtjes in de avond wegvissen. Echter met het wegrijden konden we omkeren. Mijn vismaat werd gebeld en moest met spoed weg in verband met familieomstandigheden. Ik besloot in mijn eentje te gaan. Vissend met mijn gedachten bij mijn vismaat. Ik ving amper, maar uiteindelijk kreeg ik in volle stroming beet. Een kleine baars, zo te voelen. Na een meter of twee zwom de vis zich vast. Vreemd. Ik zette even druk met de hengel en de boel kwam weer in beweging. Het baarsje zat er nog aan. Wel vreemd, want ik heb nog nooit meegemaakt dat een baars zich vast zwom. Ik was natuurlijk aan het vissen op roofblei en de baars haakte ik op zeker 80 meter afstand. Ik schat 20 meter voor de kant zwom de baars zich weer vast. Wat is dit toch? Mijn verbazing werd nog groter toen ik zag dat de grond zich verplaatste. Een snoek had de baars gegrepen en wie weet was dit eerder ook al zo en was de snoek mee gezwommen. Hoe dan ook, de snoek nam een paar keer een flinke run, kwam even aan het oppervlak en dook weer de diepte in. Toen de vis net weer in zicht kwam maakte de vis de bekende spuugbeweging. Plop. Baars uit de bek. De baars was helemaal aan barrels gebeten. En dat gold ook zo voor de kam met stekels. Bizar. De baars ging terug het water in en dook direct de diepte in. Sterke beesten, die baarzen. Het verhaal was er niet af mee. Ik begon weer te vissen en ongeveer op de plek waar de baars werd uitgespuugd kreeg ik beet. Of het de zelfde snoek was zal ik nooit weten, maar dat de vis weer sterk was moge duidelijk zijn. Wat een geweld op de roofbleistok. Toch moest de vis opgeven. Wat een bak weer!
Natuurlijk heb ik nog wat tijd besteed aan het roofbleivissen. Ik kan gewoon niet anders. Eenmaal was ik bij een klant in de buurt van een prachtig stuk water. Ik besloot daarom de files voor te zijn en een paar uur aan het water door te brengen. Het was best taai, maar uiteindelijk ging ik met een vette smile op mijn gezicht naar de klant. Ik had toch een aantal prachtige roofbleien weten te strikken.
Ik ben roofbleivisser, maar er is 1 ding dat ik nog veel mooier vind. Misschien wel omdat het op dit moment voor mij vrij onbereikbaar is, maar ik doel hierbij op groot water. Ik weet niet wat het is, maar het is er altijd mooi. Altijd anders ook. En de volgende vis die in de boot komt kan een bijzondere zijn. Ook deze dag was taai. Alleen maar baars gevangen. Maar wat voor baars. Mega baars.
De baarzen die we deze dag in de boot kregen waren allemaal groot, groter, grootst. Het weer werd uiteindelijk dusdanig slecht dat we zijn gestopt. Rillend van de kou en kletsnat zaten we later thuis aan een dampende kop kofie.
Wat een overweldigend begin van het seizoen heb ik meegemaakt. Het was lekker. Het was smullen. Al zou ik niets meer vangen dit jaar. Mij zal je niet horen klagen.