Zaterdag 2 September, vandaag gaan Gijsbert en ik mee vissen met een twintigtal leden van de SNB “Snoekstudiegroep Nederland Belgie” op het Weerwater van Almere. Als we s’morgens om half acht arriveren hebben de eerste vissers hun bootjes al te water en gaan wij ook maar meteen traileren. Daarna het gezellige cafeetje van watersport Haddock in voor een bak koffie en enige uitleg over het te bevissen water. Om kwart over acht stappen we de boot in en beginnen maar gelijk in de jachthaven te trollen. Na nog geen 25 meter getrolt te hebben slaat Gijsbert zijn steunhengel dubbel en aan het bonken van de top is te zien dat een vis zijn grote shad heeft te pakken. Ik zet de motor in zijn vrij en Gijsbert draait zijn handhengel binnen, maar als hij de hengel uit de steun haalt verliest hij direct het contact met de vis en verspeelt deze. Jammer maar zo’n vlot begin brengt de moed er gelijk goed in bij ons en we vissen dan uiteraard met goede moed weer verder.
De haven uit zoeken we een mooi talud op en volgen dit op een meter of vier diep, de visvinder geeft goed vis weer op dit talud en we zien de eerste bootjes om ons heen dan ook al de eerste baarzen vangen. Wij krijgen geen aanbeten van baarzen omdat we met grote shads en pluggen vissen. Het talud brengt ons geen snoek in de boot en we gaan op zoek naar een veld met fontijnkruid wat op het kaartje van het meer staat dat we eerder deze morgen hebben gekregen. Waar we ook zoeken maar fontijnkruid komen we niet tegen en na deze plek toch maar even uitgeworpen te hebben besluiten we naar een rietkraag aan de overkant te gaan. Aan gekomen bij deze rietkraag trollen we deze af tot we bij een ingang komen naar een haventje en gaan hier even in. Het haventje blijkt nog geen halve meter diep te zijn en na een aantal worpen gaan we er weer uit en vervolgen onze weg langs de rietkraag. Dan krijg ik twee felle tikken op mijn handhengel maar ook deze vis blijft niet hangen en mijn shad ziet er uit of dat hij over een rasp gegaan is en er is dan ook niet meer mee te vissen. Als we bij het eind van de rietkraag komen keren we om en trollen het nog een keer heen en terug af maar verdere aanbeten blijven uit.
We trollen nu deze kant langs door maar als we langs een klein strandje komen en dan langs een gebouw willen trollen lopen we met de boot vast aan de grond, het blijkt hier verschrikkelijk ondiep te zijn. De boot weer los gekregen en wat verder van de kant af trollend komen we bij een ingang waar we de stad in kunnen varen. En bij de eerste brug is het raak en haakt Gijsbert een leuke snoek op zijn rode Fatso. Maar op het moment dat de snoek bij de boot is en ik aanstalten wil maken om hem te pakken maakt de vis nog even een sprong en ondoet zich van de Fatso. We trollen verder de stad in maar hoe dieper we de stad ingaan des te smaller wordt het water en is het uiteindelijk helemaal dichtgegroeid met waterplanten. We zitten nu midden in het centrum en besluiten omdat we hier niet meer kunnen vissen door te varen naar het punt waar we waren begonnen. Daar vissen we nog even door en varen uiteindelijk het meer weer op. Ook hier trollen we de kant weer af en komen bij de volgende ingang de stad in. Als we hier invaren komen we een aantal vissers van onze groep tegen en op de vraag of het hier wat was moesten ze ontkennend antwoorden, ook zij waren deze morgen nog niet verder gekomen dan één snoekje per boot. We besluiten toch om hier door te gaan ook omdat dit uiteindelijk op een andere plas uitkomt, één bootje gaat met ons mee en met z’n tweeén trollen we de stad door. We komen uit in een plasje in de stad en werpen het hier en daar wat uit maar aanbeten blijven uit. Ook de andere vissers vangen “op een karpervisser zijn lijnen na!” verder niets en we besluiten terug te gaan. Als we dan onder een brug door trollen krijgt Gijsbert weer een aanbeet en zien we de snoek gelijk hoog het water uitspringen. Maar hier klopt iets niet want als we de snoek door de lucht zien springen blijkt de plug er een half metertje achteraan te gaan. Gijsbert voelt geen contact meer met de vis en bovendien zien we twee snoekdrijvers liggen en vermoeden dat daar de snoek nog met een lijn aanzit. Maar als Gijsbert de drijvers uit het water pakt blijkt de lijn er al af te zijn. Gijsbert had dus met zijn plug de drijvers gehaakt waar de snoek nog via een lijn aanzat en deze had zich zo van de drijvers weten te ontdoen.
Na dit avontuur gaan we het Weerwater weer op en proberen het nog in een aantal vaarten in een villa wijk. Het water is hier glashelder maar ook hier valt weer niet te vissen omdat de waterplanten tot aan het oppervlak doorgroeien. Het is ondertussen drie uur en om vier uur zouden we allemaal terug komen in het cafe in de jachthaven. We proberen het nog een keer op eerste talud van vanmorgen en hier vissen ook nog wat andere bootjes van onze groep. Zij hadden hier een paar leuke baarzen gevangen met klein kunstaas en ik besluit dan ook om aan mijn handhengel een klein plugje te doen. Na een paar minuten langs het talud trollen wordt het kleine plugje dan ook gegrepen maar niet door een baars. Want even later springt een snoek er lustig op los om de boot heen. Als de herrie schopper eindelijk bedaard is kan ik hem landen, het meetlint erlangs en deze vis blijkt toch nog tachtig cm lang te zijn. We waren eindelijk van de nul af en dat vlak voor het einde van de visdag. We trollen dit talud nog een keertje af en ik vang dan uiteindelijk ook nog een baars en met deze vis besluiten we de gezamelijke visdag met de jongens van SNB. We komen dan nog samen in het cafe en praten nog wat na over de vangsten onder het genot van een biertje. Met een gemiddelde van nog geen snoek per boot bleek de vis niet erg los geweest deze dag. Gijsbert mocht nog een leuke plug van de prijzentafel uitzoeken omdat we toch nog de tweede grootste snoek gevangen hadden. Na afscheid van elkaar genomen te hebben gaat een ieder weer huiswaarts en konden we terug kijken op een leuke visdag ondanks de magere vangsten.
Pieter Nederlof.