Het was al weer veel te lang geleden dat Wouter en ik in de boot hadden gezeten om datgene te doen, wat we zo graag doen. Juist, vissen op snoek. We vertrekken vroeg en zijn dan ook bij het aanbreken van de dag bij de helling om de boot erin te laten glijden. Handen hoeven we niet te schudden, want we hadden de hele weg al bij elkaar in de auto gezeten en de avond ervoor hadden we elkaar ook al gezien…. Plan de campagne is om de afstervende lelievelden af te jerken en een doodaashengel mee te laten dobberen. Het water is kraakhelder wat als nadeel heeft dat ik, ik weet niet hoe vaak moet horen hoe mooi Wouter zijn eigengemaakte en nieuw gespoten jerkbait wel niet is. En dat die hem al 2 mooie vissen heeft opgeleverd een tijdje geleden op ditzelfde water. Maar goed, terug naar de realiteit, Wouter heeft voor een mooie baars gekozen en ik voor een in Wouter zijn ogen wel heel grote voorn van pak m beet 30 cm. De eerste uren gaan voorbij zonder enige actie, tot het moment dat we rustig staan te jerken terwijl we de gekozen tactiek maar weer eens binnenste buiten keren. Alert als we zijn schrikken we beide van een beste plons met dito kolk. We denken eerst aan een fuut of meerkoet. Maar deze kolk deed meer denken aan een gans die van drie hoog in het water donderde. Toch maar even proberen daar. We zijn er beiden namelijk van overtuigd zijn dat het een beste snoek was die dit veroorzaakte. Na een tijdje dobberen zie ik dat mijn dobber rustig onder de oppervlakte verdwijnt en daar even blijft “hangen”. “Volgens mij heb ik beet” zeg ik tegen Wouter, Wouter bevestigt dat enthousiast en staat klaar voor wat er komen gaat. Temeer omdat vanochtend (ook) zeiden dat we maar eens een doodaas snoek moesten vangen. Ik wacht nog een paar tellen, draai de welbekende “lijn strak” en met de welbekende “ferme tik” zet ik de haak. Een “slappe lullen dril” van een minuut of wat volgt, waarna Wouter mijn hengel overneemt en ik de toch wel zware vis in de boot hijs. Hier gaat ze nog eenmaal door het lint, maar vastbesloten als ik ben, houd ik haar in bedwang en even later sta ik met een dikke 94-er te poseren….. Toch goed dat we even op dat plonsje afgingen!
Zo, de kop is eraf en er is weer verse moed bijgetankt. Vlak voor de lunch gooien we nog een ander deel uit en dreigt er een gruwelijke wolkbreuk – uitgerekend boven ons - plaats te gaan vinden. Wouter praat een beetje in zichzelf en een beetje in verslag taal en roept “tijdens die gigantische bui…..” en verder komt ie niet want ook onze Jerkmeister weet een mooie snoek te foppen. Meneer wou de dreg al buiten de boot lostikken, maar ik weet hem er nog net van te overtuigen eerst een picie te schieten. Anders gelooft ie het zelf na die tijd niet meer. Net op dat moment komt Jan Hendrik, die ook bij de visdag van laatst in het hoge noorden was in z’n uppie aangevaren. De spreekwoordelijke ervaringen worden even uitgewisseld een ook hij had al een mooie dikke tachtiger in de boot gehad. Tijdens de lunch blijk ik nog een lekker stukje worst van gister te hebben meegenomen en barmhartig dat ik ben als Samaritaan deel ik deze met Wouter. Vlak na de lunch weet ik al jerkend vlak bij de boot ook nog een leuke snoek te vangen. Eigenlijk zijn we beiden niet ontevreden.
Besloten word om een stukje door te knallen om te zien of we verderop nog een snoek, of liever nog een mooie snoekbaars kunnen overhalen om in ons rubber te bijten. Ik begeef mij nu op glad ijs want de vorige keer had ik Wouter hier een snoekbaars beloofd, dit is niet gelukt, met alle gevolgen van dien… Maar goed, Wouter heeft zelfs een nieuw molentje aangeschaft en is er helemaal klaar voor. Net als ik overigens. We gooien de nieuwe driftzak na enig gekunstel overboord en gooien ons werkelijk een ongeluk met alle soorten klein rubber. Voorzichtig tasten we de bodem af maar wat we ook doen. Meer dan 1 ferme tik op mijn shadje krijgen we niet. Ik voel me toch eigenlijk wel kloten want eigenlijk had ik alleen maar goede ervaringen hier. Aan de andere kant, we hebben het ruim een uur geprobeerd en als we een uur lang geen snoek vangen, gaan we ook vrolijk door. Over de gevolgen van deze blanksessie wil ik het liever niet hebben. Ook JH, kreeg niet meer dan een aanbeet op dit stukkie en is dan ook weer net zo snel vertrokken als dat ie kwam om z’n geluk elders te beproeven.
Nadat we nog een kilootje of 40 shoarma, verpakt in bruine wol hebben zien drijven, wat ook al zo stinkt. Komen we op de weg terug een bekende boot tegen. Die lijkt wel op Rick zegt Wouter. Dat kan niet zeg ik, want die kan de komende 3 weken niet vissen. Hoe die het voor elkaar krijgt weet ik niet, maar hij was het toch echt. Waar een wil is, is een weg zullen we maar zeggen. Op het moment dat een karpervisser ons op zijn lijnen attendeert heeft Wouter opnieuw succes op zijn jerkbait. Het gaat zo slecht nog niet zeggen we eigenlijk tegelijk. De verhalen die je soms leest met meer dan 15 vissen in de boot, met meer dan 8 meters, die zijn niet aan ons besteed hebben we lang geleden al geconcludeerd. Het plezier is er echter geen spat minder om, integendeel. Rick is zo blij als een kind met een fopspeen en vaart en vrolijk op los. Gelukkig doet z’n tufje het weer. Wij gaan onze eigen weg en Rick doet dat ook.
Op een gegeven moment staan we te gooien en uit het niets krijg ik een hele beste beuk op mijn jerkbait. Boem, ik heb het gevoel dat ik een olifant gehaakt heb die meteen de diepte opzoekt en daar blijft. Wat ik ook doe. De slip had ik inmiddels al losser gedraaid, en als ik Wouter mag geloven, is mijn toch niet kinderachtige 80 grams hengel eerder rond dan krom. Ikzelf heb dit niet in de gaten gehad. Ik sta niet gauw met knikkende knietjes in de boot, maar nu had ik ze zeker. Dit gaat zo een minuut of 3 door en dan komt m’n jerkbait met licht uitgebogen dregpunt naar boven gewiebeld. WTF?? Ik wil er niet teveel woorden aan vuil maken maar dit was een beste, zeg maar hele beste buffel. Zoiets had Wouter ook nog niet eerder meegemaakt, en zeker niet zo lang, aan de ene kant maar goed dat we niets gezien hebben, dan kan ik mezelf nog wat proberen wijs te maken. Troostende woorden gaan over en weer en de zakdoekjes blijven in de tas, want het leven van een snoekvisser gaat altijd verder.
Net op dat moment belt Rick op. Of we wel even heel snel iets verder op wouden komen, ze vingen roofblei bij het leven en elke worp was bingo. Op zich leuk, maar mijn vuurtje werd niet echt aangewakkerd. Wouter wou wel even een kijkje nemen om zijn eerste roofblei te vangen. Zo gezegd, zo gedaan. Bij de eerste worp vangen we allebei onze eerste roofbleitjes. Rick is helemaal los en heeft op een gegeven moment na negen worpen al negen rb-tjes in de boot. Eigenlijk is het me ontgaan of ie z’n doelstelling van 10 uit 10 heeft gehaald. Ik ben na de eerste vis gestopt terwijl mijn maat er nog een stuk of wat bij vangt. Leuk, maar ik was hier niet gekomen voor dergelijke kleutervissies (sorry jongens, no offence). Bel me op ieder ander moment op en ik klats ze er ook achter elkaar uit met het grootste plezier. Op dat moment zat ik nog even in laten we zeggen een dipje. Uiteindelijk beland er nog een miniroofblei bij mij onder de dobber omdat de brasem wel heel erg begon te “geuren”. Dit levert nog zeer voorzichtige aanbeet op, getuige de tandafdrukjes nadien. Maar dat was het toch alweer. Toch jammer dat het zo vroeg donker is nu, want het is zo mooi. Op de weg terug dommelt Wouter lekker in met z’n hoofd tegen mijn schouder om bij de Mac bruut wakker te worden geschud voor de nodige vitamine frituur. Van de verjaardag die ik ’s avonds heb maak ik niet veel mee. Ben nog aan het nagenieten (en nadenken) van de uiteraard weer geslaagde dag.