[b]Van de vroege ochtend…[/b]
Nederland, rivierenland. Onomstotelijk is dat waar. Het maakt niet uit of je nu op de Eemshaven in Groningen bent, in de kop van Noord-Holland of op het drielandenpunt in Vaals. Je zult altijd maximaal binnen 45 minuten bij een grote rivier zijn indien je dat wilt. Nu is smaak natuurlijk subjectief, dus eigenlijk kan ik het niet zo stellen, maar de rivier IS adembenemend mooi. De variatie in landschappen en uitzichten is erg groot en je hoeft je er nooit te vervelen. Ook de natuur is er volop te vinden.
[b]Totaalpakket aan variatie[/b]
Je kunt er ook veel soorten vis vinden en ze worden er groot en sterk. Een roofblei rond de 55 cm rost er gerust vol door de slip en dat gebeurt echt niet in de kleinere watertjes. En dat is wat mij zo trekt aan dit totaalpakket aan variatie in alles. Toch is het er als visser geen kwestie van prijsschieten. Elke rivier heeft zijn eigen karakter en ja, zelfs elke honderd meter kan anders zijn. Mensen die er voor het eerst komen kunnen verloren raken in de grootsheid en binnen een aantal sessies besluiten om er nooit meer naar toe te gaan. En ook de mensen die wel hebben geleerd waar ze moeten zijn zullen vele taaie uren meemaken zonder ook maar een aanbeet. Maar de beauty van de omgeving vergoedt bij mij alles. Deze periodes van niets vangen gebruik ik ook om puzzels op te lossen. Ik heb bijvoorbeeld al menig design opgelost juist aan de rivier. Maar ook nieuwe manieren van vissen heb ik in die periodes bedacht. Ja. De rivier. Alleen al de weg ernaartoe, is mijn weg… Vaak wordt aan de rivier mijn gedachtestroom ruw onderbroken door een vis. Zeker tijdens het roofbleien gebeurt dit vaak en dit gebeurde afgelopen donderdag in de vroege morgen ook. Na een lange periode van stilte beukte vanuit het niets mijn hengel krom. Ik kon ineens aan de bak en het uitdokteren van een nieuw ontwerp moest even naar achteren worden geschoven.[url=http://www.]tekst[/url]
[b]Als een spiegel[/b]
Ik zat direct vol adrenaline en in het half uur erna kwam ik ook niet meer tot bedaren want er volgden nog 4 juwelen van vissen. Puntgaaf. Als een spiegel. Eén van die pakken werd beschenen door de zon en het weerkaatste zonlicht reflecteerde precies in de lens van mijn fototoestel. Het deed me denken aan de keren dat ik soms een flits achter mijn kunstaas zag verschijnen. Het is een perfecte aanwijzing dat ze er zitten maar weigeren om het aasje te nemen. Het is voor mij altijd een indicatie om iets anders te proberen en te kijken of de interesse om te zetten in aanval. Nu was het voor mij al weer een leermoment voor het fotograferen. Maar juist door de fout die ik maakte tijdens het fotograferen ontstond een grappig effect.
[b]Terug naar mijn vertrouwde rivier[/b]
Laatst besloot ik een nieuwe stek te proberen. Niet aan de rivier, want de roofbleivangsten lopen daar op het moment sterk terug. Omdat de stek nieuw voor me was plande ik om er bij licht aan te komen, want ik wilde wel kunnen zien hoe het er allemaal bij lag. Na 10 worpen werd ik weggestuurd. Ik mocht er blijkbaar niet vissen. Vergunning nagekeken, maar ik zag geen reden waarom het niet zou mogen. De man wees op een bord: Verboden toegang. Aha! Dat was het dus. Je mag er niet lopen, maar wel vissen. Ook een boot is er niet mogelijk. Handig viswater dus. Er zal vast veel dressuur zijn…
Ik verloor 2 uur door de nieuwe stek, maar uiteindelijk kon ik toch aan de slag. Lekker op mijn oude vertrouwde rivier. Maar goed. De zon stond al op het water en ik verwachtte er niet veel van. Uiteindelijk ving ik toch 3 vissen. Telkens op het moment dat er wolken voor de zon zaten kreeg ik de aanbeet. Eén was van het formaat waar ik blij van word met ook nog eens een hangbuik.
[b]Mijn pad[/b]
Die machtige grote rivier. Ik heb er op gewoond (ben schipperskind) en ik heb er menig uurtje doorgebracht. Op dit moment zie ik de vangsten sterk achteruitlopen, maar het trekt zo aan me dat ik voorlopig toch maar blijf vissen op de rivier. Maar de echte herfst nadert en binnenkort is het over. Ik weet het. En wat zal ik het gaan missen de lange herfst, koude winter en vroege voorjaar. Want de rivier… Het is mijn pad…
[b]Eigenwijsheid loont soms[/b]
Eigenwijs als we zijn, blijven Jouke en ik het maar proberen op de rivier. Maar echt veel roofblei komt er niet meer uit. Toch wordt er wel vis gevangen. Ik lijk vooral snoekbaars aan te trekken op dit moment en dat stemt me best blij. Want snoekbaars is voor mij nog steeds de meest mysterieuze onder de in Nederland te vangen roofvissen. Toch is de snoekbaars juist goed te combineren met de roofblei. Ze zitten op de zelfde stekken, zoeken de zelfde stroomnaadjes op en jagen ook op de zelfde prooien. Roofbleien houd je niet de hele dag vol en dan is de snoekbaars een prachtige afleiding.
[b]Holy smoke, wat een winde![/b]
Ik zit dus even aan de snoekbaars. Maar Jouke had onomstotelijk de mooiste parel als bijvangst. We waren in de vroege morgen naar een stek gereden en we kregen 1 aanbeet op 1 stek. Alle andere stekken bleven vruchteloos. We stonden ons een arm uit de kom te gooien en waren flink aan het twitchen. Jouke rechtte zijn rug en draaide even rustig binnen. Ik herken die beweging inmiddels wel. Volgens mij was hij zich duidelijk klaar aan het maken voor zijn andere verslaving: een sigaret. Echter moest hij met het toegeven aan die verslaving even wachten. Hij kreeg beet en moest aan de bak. Ik vermoedde al vrij snel dat hij er geen roofblei aan had. De vis vocht veel anders en bleef vooral als een gewicht aan de lijn hangen. Uiteindelijk werd duidelijk wat hij er aan had, want het eerste wat we zagen waren vuurrode vinnen. Een MEGA winde werd geland: 66 cm. Holy everything… Wat een beauty van een vis! Toch zou de vis wat roofblei genen kunnen hebben.
[b]Een vaag tikje…[/b]
Ik heb denk ik al vaak genoeg geschreven dat ik anders vis op roofblei dan zou moeten indien ik de vakbladen lees. Eén van de dingen die men constant van elkaar lijkt te kopiëren is dat roofblei aan het oppervlak moet worden gevangen. Natuurlijk kan je ze daar vangen, maar ik vang ze echt op alle dieptes en ook tegen de bodem aan. Tegen de bodem aan vissen is niet voor de mensen die zuinig zijn op hun kunstaas, want zeker op de rivier verspeel je juist dan veel. Maar al mijn vismaten nemen het risico wel en daarbij roepen ze allemaal het zelfde: Zonder risico geen vis. Een manier om in de stroming van de rivier de bodem af te struinen is een asp van 28 gram (zwaarste model) af te laten zinken met de stroming achter de draad. Zodra je contact voelt geef je een haal met de hengel en laat vervolgens je asp weer naar de bodem zinken. En dit blijf je doen tot je er genoeg van hebt. (Of vast zit) 2 weken terug leverde deze techniek van over de bodem laten stuiteren nog veel snoeiharde aanbeten op van mega roofblei. Echter nu krijg ik er bij het afzinken alleen maar baars of snoekbaars op.
[b]… of een harde droge knal: Snoekbaars[/b]
En op dit moment gebeurt het echt regelmatig dat de snoekbaars op de asp duikt. Soms is het de typische droge knal waarbij direct geen twijfel meer is over de soort: snoekbaas. En getuige onderstaande foto ging de vis er vol voor. Zelf heb ik al lang geleerd aanwijzingen niet in de wind te slaan. En dat doe ik nu ook niet. Ik ga mijn rooffbleihengel in het vet zetten, mijn roofbleimolen oliën en vervolgens opbergen. Het is een beslissing met het verstand genomen. Dat wel. Want mijn hart gilt anders.
[b]Heimwee[/b]
Wat een seizoen is het voor me geweest ik ben de tel ruimschoots kwijtgeraakt. Al die dikke pakken die ik gevangen heb dit jaar. Het kon allemaal niet op. En de omgeving waar het allemaal gebeurde, daar aan de rivier. Wat een vette zomer is het voor me geweest. Misschien wel eenzijdig voor de meeste onder ons. Maar zeg nu zelf. Wat is er nu mooier om te vertoeven aan die mooie rivier samen met een vismaat en waarbij je dan ook nog eens af en toe met een prachtige vis op de foto mag.