Het was weer eens zo’n morgen. Brak als ik was kon ik niet slapen en ging er maar uit naar het water. Met de nodige kilo’s in mijn maag opgeslagen barbecuevlees en spiritualiën toog ik naar de waterkant. Ik had wel wat paracetamol pillen tot me genomen. Maar ik weet nog steeds niet wat me bezielde, om hier zo vroeg aan het water te staan. Goed. Ik had beloofd voor te vissen voor de zondag, maar toch… De hamer sloeg nog steeds genadeloos tegen de binnenkant van mijn hoofd. Zo deed ik mijn eerste worpjes zonder dat ik mijn plugjes zag neerkomen. Actie volgde er ook niet de eerste 3 worpen. Maar met dat ik de vierde worp aan het binnendraaien was, hoorde ik KLOENK vlak voor mijn voeten. Welke van verstand verstoken baviaan gooide een baksteen voor mijn voeten? Ik draaide mij om en zag... niemand. Ik keek weer vlak voor me in het water. Spatter, spatter, KLOENK! RAPF aan het jagen! Niet in de stroming waar ik als een van verstand verstoken baviaan mijn plug doorheen aan het rossen was. Nee. Daar niet. Maar wel in de luwte waar absoluut geen stroming stond. Ondertussen hing gelukkig mijn plug weer onder de hengeltop. En mechanisch haast en voor zeker als een van verstand verstoken baviaan gooide ik de plug vlak voor mijn voeten in het water waar ik de rapf had zien kloenken. Ik kon toch zeker 3 slagen met de molen doen. Echt efficiënt, maar ook over de volgende worp had ik al niet te veel nagedacht. Maar gelukkig voldoende om de plug 5 meter van me af tegen de keien te kwakken. En gelukkig ook ketste de plug terug het water in en ik deed mijn slag met de molen. Verder kwam ik niet, want de roofblei beukte vol op het aasje. De roofblei ging vreselijk te keer daar vlak voor de kant en schoot vervolgens met grof geweld van de kant af de diepte in. Molen test, zeg maar. Uiteindelijk kon ik na veel beuken, kopschudden en runs de roofblei in het netje krijgen en op de mat leggen. Zo... Dat was even een beste vis... Maar dan zit ik te violen met de fotocamera. Timer instellen was zo gebeurd, maar op het moment van knopje indrukken kukelde de camera voorover. Snel een tweede poging gedaan. Maar wat een baggerfoto, zeg. Hoe dan ook toch een mooie herinnering in beeld. Nog volledig in het donker.
Ik begon weer te vissen en goh… Waar was die man met de hamer die aan de binnenkant van mijn schedel had staan rossen? Dat kwam vast door de shot endorfine dat ik te verduren had gekregen. Einde actie voor een erg lange tijd. Maar wat gaf het? Ik was van de man het de hamer af, had de zon op zien komen en een dreigende onweersbui rechts van me zien passeren. Donder en bliksem. Zou eigenlijk in het water ook moeten gebeuren. Of het te maken had met de zon die heel even achter de wolken weg was weet ik niet, maar een snoekbaars met roofblei aspiraties knalde op mijn aasje. De foto is al weer afschuwelijk. Maar ik plaats hem toch maar, want anders denken jullie dat ik alleen maar rapf kan vangen.
De bui trok over zonder mij nat te maken of te elektrocuteren en niet lang daarna zag ik net naast de stroming flinke kolken. Mijn plugje landde er drie meter achter en inderdaad na ongeveer 3 meter werd de plug bruut gegrepen. De roofblei dook direct de stroming in met als resultaat een lange run met de stroom mee. Zo hé. Ook deze vis ging vreselijk tekeer. Ik zat me al weer te verheugen op een flinke bak, maar toen de vis in het netje lag viel het tegen. Toch maar even meten. Ik moet wel zeker weten dat de vis een 70er is. En inderdaad. Deze laatste was dan precies 70 cm.
Veel vissers hebben nogal de neiging om direct een krib op te rennen richting de stroomnaad. Echter loont het de moeite om eerst de luwte onder de kribben te onderzoeken. En als er veel prooivis te vinden is dan kan je er van uitgaan dat roofblei daar te vinden is. Verleiden is natuurlijk een tweede, maar voordat je de krib op gaat zou je eerst je kunstaas langs de krib moeten binnenvissen. Ook obstakels binnen de kribvakken zijn interessant. Deze morgen vergat ik het even. Het was ook nog veel te donker om de worpen langs de krib gericht te maken, maar gelukkig was ik erg stil de krib op gelopen. De beloning was groot deze keer! Twee machtige 70+ vissen en dat buiten de stroming gevangen. Ik moet het toch de specialisten nageven. Ze zijn zo behulpzaam. Als je maar vooral iets anders doet dan wat ze schrijven dan vang je. Roofblei in de stroming? HOAX. Maar man, man. Ik denk dat ik toch maar eens de plastische chirurg moet gaan raadplegen. Nogmaals de eerste roofblei met Ugly Kid Joe (die vent op de foto) erop.
Het leek welhaast een herhaling van zetten, want afgelopen zondag toen ik weer aan het water stond met mijn vismaat voelde ik me nog veel brakker dan tijdens het voorvissen. Stond er toen een man met een hamer te raggen, nu was het een hele kudde met raggende mokers. Vreselijk. Maar goed. Ik stond weer aan het water. Wederom met een stevige laag goor vlees, spiritualiën en medicijn. Een stevige bodem is niet voor niets altijd de basis voor succes. En de vorige keer brachten deze ingrediënten geluk, dus waarom nu dan niet? Ik deed mijn eerste worp en begon tikken uit te delen. Dit triggerde direct activiteit aan de binnenkant van mijn schedel. Bij iedere tik ratelde de kudde hameraars door flink tegen mijn schedel aan te tikken. Direct besloot ik rustig binnen te draaien. Na een worp of 5 wisselde ik naar een pilker en deed een verre worp. En nog één. Direct bij de tweede worp voelde ik een inspectietik. En zo’n 20 meter verder beukte een roofblei vol op het aasje. Hengel krom en drillen maar. Ik zette me schrap voor het opvangen van het hameren tegen mijn schedel, maar dat was niet meer nodig. Ik voelde de endorfine zo mijn hersens binnentrekken. Lekker man. Zeker ook omdat ik de eerste 70+ van de vroege morgen in het netje had liggen. Ik kreeg wat aandacht voor de omgeving en zag mijn vismaat juichen. Nu was de hoofdpijn pas echt voorbij. Vissen vang je samen vind ik altijd en als je vismaat laat zien dat hij er ook zo over denkt dan is dat misschien nog wel een sterkere drug dan de endorfine. Of wie weet is het wel een versterker van het hormoon. Mijn vismaat schoot een foto. Een werkelijk prachtige plaat. Maar daar zouden er veel meer van volgen deze vroege morgen. Alleen wist ik toen nog niet dat de plaat zo mooi was en dat er nog vele zouden volgen. Wat maakt een topfotograaf zulke momenten toch extra mooi. Geweldig!
Ik deed nog een paar worpen, maar echt actie volgde niet meer. Daarom wisselde ik naar een ander kleurtje. Zilverkleurig dit maal. Ik deed mijn volgende worp en direct was het raak. Een gierende slip en vreselijke stoempen op de hengel suggereerde een dikke vis. En dat bleek later ook. De vis vocht hard maar moest zich uiteindelijk gewonnen geven. Als ik op dat moment 10 worpen hadden gemaakt dan was het veel. En dan al 2 prachtige roofbleien in het netje.
Wederom deed ik mijn worpen en wederom volgde er absoluut geen activiteit. Na zo’n worp of 10 zonder actie begon ik aan wisselen te denken. Maar ik wilde een punt maken en besloot wat door te zetten. Uiteindelijk kon ik het opbrengen om nog 10 worpen te doen waarbij geen actie volgde. De asp spinner ging aan de speld en ik gooide in. Na een paar meter binnendraaien beukte de hengel krom. Lekker zeg. De vis voelde wederom zwaar aan en vocht hard bovendien. Na alweer een lange dril werd de vis gehaakt. De vis had het aasje volledig geïnhaleerd. Zonder enige terughoudendheid. Na veel moeite in het donker, want dat was het nog steeds, moest ik besluiten om de vis zonder te meten en fotograferen terug te zetten. Het was waarschijnlijk weer een 70+, maar 100% zekerheid heb ik er niet bij. De vis zwom met erg veel moeite weg en ik kon weer verder vissen. Echter besloot ik de ervaring van de 3 snelle vissen even te laten bezinken en wat aandacht aan mijn vismaat te besteden. Hij had niet eens beet gehad. Allemaal leuk en aardig dat we vissen samen vangen, natuurlijk. Maar de grootste motivatie is om toch zelf de dikke beuken op de hengel af en toe te ondergaan. Mijn vismaat van deze vroege morgen is wat mij betreft klassen beter als visser dan ik, maar op roofblei vissen heeft hij nog niet veel gedaan. Na wat kleine tips (zo veel deed hij ook weer niet fout) kwam direct de eerste aanbeet. Direct stond hij weer met een lach van oor tot oor. En dat terwijl de vis nagenoeg direct loste. Ik bedacht me dat het wel goed ging komen en ging weer verder met de asp spinner. Gek genoeg was er weer geen actie op mijn aasje en besloot daarom maar weer te gaan wisselen. Ik deed mijn zilveren pilker er weer aan en gooide in. De worp landde ver voorbij de stroomnaad in de betrekkelijke luwte. Ik wist direct dat er een vis aan zat, want ik zag de bocht met een rotgang uit de lijn vliegen. Met het strak slaan van de lijn harkte ik voor de zekerheid aan. De vis reageerde door een turbo run door de slip te nemen. Het was al een worp van 80 meter en daar werden even wat metertjes aan toegevoegd. Een extreem zware dril volgde. Dit was voor zeker de hardste dril die ik ooit heb meegemaakt met een roofblei. Nou goed dan, op die vals gehaakte vis dan na van een paar weken terug. De vis begon met het uitdelen van stoempen tijdens het binnenpompen. De vis bleef hier mee doorgaan over de volle afstand tot onder de top en ook daar bleef de vis daar mee doorgaan. Volgens mij had het nog een tijdje zo door kunnen gaan, maar gelukkig besloot de vis een lange run te nemen richting de stroming. De vis verschoot er zijn laatste kruit mee. Ik kon de vis tegenhouden voor de stroming en daarna naar me toe drillen. Het pleit was beslecht maar de vis had wel voor een gratis workout gezorgd. De biceps van mijn werparm was verzuurd geraakt door het uitdelen van de constante klappen op de hengel. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Met geen enkele vis. Wow… Ik had een juweel van een vis in het netje liggen. Mijn vismaat stond te springen van plezier. En ik? Ik mocht er mee op de foto. Wederom werd een topfoto gemaakt.
Ik besloot toch maar weer mijn zilveren pilker te blijven gebruiken. Hoewel ik al lang het vermoeden had dat het vandaag vooral een one shot visserij was. Eigenlijk had ik met elk aasje maar één worp moeten doen en dan direct wisselen. Maar goed. Ik deed het niet en ging gewoon door met de zilveren pilker. Worp na worp volgde echter geen actie en daarom besloot ik maar zo snel als mogelijk binnen te draaien. IK was ondertussen ver buiten de stroming toen mijn hengel onverwachts dubbel sloeg. Rare plek om juist daar beet te krijgen, maar goed. Mij hoor je er niet over mopperen. De vis verzette zich redelijk, maar alles wees op een kleinere vis van 55 tot 65 cm. De vis werd in het water onthaakt en ik wilde weer verder gaan met vissen. Maar de telefoon ging. Vismaat Vincent kwam er aan. Ik had namelijk met hem afgesproken om rond een uur of 7 met hem vandaag verder te gaan. Mijn vismaat van deze vroege morgen had andere veel belangrijkere dingen op het programma staan. Ik vertelde de stand van zaken en hij besloot te komen kijken. De tijd was toch aan onze kant. Ik hing op, pakte een ander aasje, gooide in en beng. Hangen. Ik kon al weer zwaar in de hengel hangen en alweer moest er een hard gevecht worden geleverd. Ongelofelijk, maar de vissen leken op dit moment twee keer zo sterk als normaal. Vincent kon later wel een verklaring er voor vinden. Het was de nacht ervoor behoorlijk afgekoeld en daardoor was waarschijnlijk het zuurstof niveau dusdanig omhoog gegaan dat de vissen gratis EPO hadden gehad. Waarschijnlijk zouden zowel de vissen als ik uit de Tour zijn gezet. Ik wegens endorfinegebruik, de vissen wegens EPO gebruik. Hoe dan ook mocht ik nog één keer op de foto met een prachtige vis. Vlak daarna arriveerde Vincent en ik gaf hem mijn hengel. Zelf ging chillen want de emoties waren hoog bij me opgelopen. Wat een gelukkig ventje was ik. Vincent en mijn andere vismaat kregen nog meerdere aanbeten en verspeelden helaas meerder vissen. Het bleek een prelude voor een super taaie en hete dag. Vincent en ik konden alleen nog maar een paar baarsjes vangen de rest van de dag.