Het gesloten kunstaasseizoen is bijna daar en dinsdagavond mocht ik het nog één keer proberen. Maar eigenlijk was het geen mogen. Ik moest steeds weer denken aan vorige week woensdag. Wat was het weer geweldig om de roofblei te bevissen. Kokend bloed kreeg ik er van. Maar ik ben verslaafd. Het heeft dus absoluut geen rust gegeven. In tegendeel zelfs. Eigenlijk denk ik dat het net zo iets is als alcoholisme. Eenmaal verslaafd kan je best stoppen, echter blijft de drang om in te nemen aanwezig en zodra je één nipje neemt zal je toegeven aan je drang. Bij mij is het ook zo. Ik had vorige week geproefd en niet zo’n beetje ook. De verslaving sloeg volledig toe. Ik was gewoonweg niet meer te stoppen en moest gewoon weer roofbleivissen. Maandagavond kon ik al geen weerstand meer geven aan de verslaving. Ik heb dan ook toegegeven aan de drang en vismaat Stephan wilde wel weer mee. We hebben best gevangen op maandag, het ging zelfs als een rakket op een gegeven moment, maar roofblei zat er niet tussen. Maar daarover later meer. Mijn verslaving was dus niet gestild en dinsdagavond moest ik weer gaan. Eigenlijk zonder veel hoop. Maar ik kreeg een geweldige visser mee deze avond: Michiel droomde inmiddels ook weer van de roofblei. In zo’n geval doen wij nooit moeilijk. Ondanks de slechte omstandigheden gaan we dan gewoon. En tegen alle verwachtingen in lukte het. En daarbij maakte één aasje het grote verschil, namelijk de ABU Garcia Rocket Minnow.
Ik kreeg wat van die plugjes in mijn handen gedrukt van de importeur. Om te proberen. Sexy stuff! En dan bedoel ik niet alleen de naam. Ik bedoel: Rocket staat toch synoniem voor snelheid. Noem mij een naam die meer toepasselijk is voor een roofblei plugje? En wat een agressief uiterlijk ook! De adembenemende ogen… Ook de scherpe hoeken in het design wekken de indruk pijn te willen doen. Indien ik een roofblei was zou ik het wel weten, want ik viel direct voor het uiterlijk. Ik kan het gewoonweg niet anders uitdrukken. Het is pure agressieve roofblei erotiek. En dat is het. Natuurlijk, voor het vangen zijn de zwemeigenschappen van de plug veel belangrijker en bij deze plug zit dat echt goed. Het is een topplug en ik weet zeker dat deze plug de eerste weken in het seizoen veel roofblei op gaat leveren. Ook in het najaar trouwens. Het plugje loopt redelijk diep, maar mooi daaraan is dat de plug toch horizontaal door het water blijft lopen, wat deze plug een unieke actie geeft ten opzichte van andere wat dieper lopende pluggen. En wat een actie is het. Echt om je roofbleibek omheen te sluiten! Je hoeft eigenlijk niet te twitchen met de plug. Het ding schiet van links naar rechts dat het een lieve lust is. Michiel en ik stapten uit op de eerste stek. Deze stek kan in het voorjaar behoorlijk wat vis opleveren. Veel ondieptes waar de zon op staat met een mooie stroomnaad er vlak naast. Ideaal. En na ongeveer 15 worpen gebeurde het al. Goed twee meter voor mijn voeten werd de plug weggegrist. De hengel beukte ronde en de slip tikte. Yesss! Na een redelijke dril werd de vis geschept en de roofblei mocht met me op de foto. Michiel juichte net zo hard mee als ik deed en onze knokkels vlogen tegen elkaar. Michiel’s bloed begon direct te borrelen. Rapfitus. Het was aan alles te zien.
Michiel had ineens zoveel adrenaline in zijn bloed dat hij direct zijn aruku shad offreerde aan een overhangende boom, zo’n vier meter boven het water. De controle was even weg. Dit zou later nog voor veel hilariteit zorgen. Maar eerst moest er verder worden gevist. Michiel trok zijn lijn door en monteerde een nieuw aasje. We visten weer door. Eigenlijk was het alleen de rocket die aanbeten en actie veroorzaakte. Ik kreeg op deze stek minimaal 3 aanbeten en een twijfelgeval te verduren. Ook haakte ik een roofblei vals die na een lange run loste. Een schub was de stille getuige. Michiel kon daar één keiharde aanbeet tegenover stellen. Echter bleef ook deze vis niet hangen. Meer roofblei actie zou hij niet krijgen deze avond.
Maar nu terug naar het kunstaasje en de boom. Ik gaf Michiel mijn schepnet met steel van 5 meter. Michiel klauterde over de rivierkeien naar de boom en stak het net omhoog. Hij haakte de aruku en trok de aruku met tak en al naar beneden. Echter schoot alles los uit het net waardoor de tak en de aruku mee terug omhoog veerde. Ik zag op afstand de aruku zo doorschieten als afgevuurd uit een katapult. De aruku vloog omhoog, zweefde even stil in de lucht, om vervolgens weer naar beneden te vallen. Ik wachtte al op de onvermijdelijk gedachte plons. Echter, Michiel haalde uit met mijn net. Het leek wel of hij een roofblei zag vliegen. De aruku landde precies in het net. Het was zo verschrikkelijk grappig om te zien dat we alle twee dubbel lagen van het lachen.
Op naar de volgende stek. Hier hebben we veel tijd verdaan en dat heeft ons uiteindelijk een te bevissen stek gekost. Maar op de derde stek konden we nog wel gaan vissen. Dit is in een poldergedeelte nabij een kanaal. De roofblei is eigenlijk alleen goed te vangen in het kanaal zelf. Aan komen lopend, deden wij alle twee onze worp. En het was direct raak voor me. Twee molenslagen na de landing kleunde roofblei op het aasje. Weer op de Rocket. Wat een klap weer op de hengel en wat een adrenaline. Het hele ritueel van drillen, scheppen, foto’s maken en terugzetten werd herhaald.
Roofblei werd er niet meer gevangen, maar dat gebeurt meestal op deze stek. De vis is er zeer snel verjaagd. Of in ieder geval zijn de vissen zich bewust van onze aanwezigheid. We zagen ze regelmatig jagen, maar verleiden konden we ze niet. Michiel veranderde van tactiek en begon met een shad de bodem af te vissen. Ook probeerde hij de poldersloot aan de andere kant van het dijkje dat daar ligt. En direct zag ik hem aanharken. De vis bleef lang diep en vocht hard. Maar uiteindelijk moest de prachtige poldersnoekbaars zich gewonnen geven. Heel apart om juist zo'n vis in stilstaand water te vangen. Maar wat een bonusvis, zeg. 3 vissen vanavond voor ons twee maar wat een machtige avond.
Super tevreden reden we naar huis. Natuurlijk bespraken we de mooie vissen en ik kreeg door dat Michiel volledig was getroffen door de mooiste ziekte van de wereld. Hij had rapfitus in de ergst mogelijk vorm opgelopen. En dat zou gevolgen hebben. Op Woensdag, de laatste roofvisdag van dit seizoen, heeft Michiel op de fiets weer en wind getrotseerd om toch die ene roofblei te vangen. Hij bleef vertrouwen houden. Zeker ook omdat juist bij ruig weer die ene vis kan langskomen die alles goed maakt. Uren is hij weggeweest. En het is hem gelukt. Hij kreeg die beuk te verduren en hij mocht de vis vangen. Michiel heeft me via mail deelgenoot gemaakt en dat gaf mij de gelegenheid de prachtige vis hier te laten zien.
Zoals gezegd zijn Stephan en ik maandagavond een paar uurtjes weggeweest. Doel was ook toen roofblei. We zouden de rivier gaan proberen. Lekker tussen de kribben en genieten. De roofblei zou wel komen. Eigenlijk is dat altijd de insteek van een visdag. Vertrouwen hebben. We begonnen lekker de kribben af te vissen, maar actie was er niet. We kregen zelfs geen enkele aanbeet. Gelukkig leent de Waal zich uitstekend om een asp spinner over de bodem te laten stuiteren. Wie weet lag de roofblei er wel plat tegen de bodem. Natuurlijk probeerde ik de kuil die net achter de meeste kribben ligt. Dit is een plek waar al regelmatig roofblei vandaan kwam. Direct na het contact met de bodem voelde ik een tik op het aas. Echter lukte het me niet de aanbeet te verzilveren. Direct liet ik de asp weer zakken. Weer een tik. Ik draaide mijn aasje direct naar binnen. Hoe duidelijk moet je een signaal krijgen? En hoe vaak ook heeft een verandering van tactiek al mooie vis opgeleverd? De antwoorden op deze twee vragen zijn respectievelijk “heel duidelijk” en “heel vaak”.
Normaal heb ik altijd een aantal shads en loodkoppen bij me indien ik roofblei probeer te vangen. Echter was ik vergeten de doos in mijn rugtas te doen. Dat kwam doordat we op weg naar de Waal bij een mooi kademuurtje van goed 30 meter waren gestopt. Dit muurtje is bijna vanuit de auto te bevissen. Het leverde me nog een snoekje op ook, trouwens. Naast de laatste meter van het kademuurtje lag ze te wachten. Een ferme tik kondigde haar aan. Ik was er van overtuigd dat het een snoekbaars was. Een beetje beteuterd zag ik het snoekje echter bovenkomen. Maar hier aan de Waal had ik de shads nodig. Ik had ze in de auto laten liggen. Echter vond ik nog één shadje en loodkop tussen al mijn roofblei aasjes. De shad werd gemonteerd en ik deed mijn eerste worp. Afzinken, beng. Direct beet! Ik harkte aan en na een korte dril werd de eerste snoekbaars geland.
Stephan had geholpen met de foto’s en begon ook een shad te monteren. Ondertussen deed ik mijn tweede worp. Afzinken, beng. En daar kwam de tweede snoekbaars aan. Dat gaat lekker vond Stephan. Ook Stephan deed zijn worpen maar kreeg absoluut geen actie. Hij had wel een compleet andere shad dan ik. Mijn derde worp leverde al weer een snoekbaars op en ook mijn vierde. Een duidelijk voorbeeld van een viertrapsraket.
Ook bij de vijfde worp wist ik een aanbeet uit te lokken. Echter, die miste ik. Toen de shad boven kwam bleek het staartje er afgebeten. Een puur geval van jammer bleek later, want met een geleende shad van Stephan kreeg ik geen actie meer. Uiteindelijk na veel pijn en moeite wist Stephan er toch nog één te haken op zijn shad. Later ving hij nog een tweede tijdens het roofbleien. Direct ook de mooiste van de avond en het kwam hem toe.
Maar jammer was het wel dat ik maar één zo’n shadje bij me had, want ik had nog een auto vol van die maffe dunstaartige shadjes… Ik weet haast wel zeker dat met mijn shadjes Stephan en ik nog meer hadden gevangen. Het is echter niet anders. Hoe vaak is niet bewezen dat je altijd attent moet blijven tijdens het vissen. Toch konden we terugkijken op een paar mooie uurtjes. Maar ondanks dat was ook deze avond weer erg prettig geweest. Het is zo lekker om na zo'n avond naar huis te rijden en alle gebeurtenissen door te spreken. Lekker nagenietend, maar ook zeker proberen lering te trekken uit de gemaakte fouten.