Vrijdagmiddag kreeg ik een stamelende en stotterende Vincent aan de lijn. Ik hoorde rapf en gekkenhuis en iets heel moois, maar ik was daar allerminst zeker van door de onsamenhangendheid van zijn verhaal. Maar ik was aan het werk en vertelde hem dat ik later zou terugbellen. En later belde ik terug. Hij was duidelijk bedaard, maar toen ik vroeg wat er aan de hand was kwam er alsnog een spraakwaterval mijn oor in tetteren. En terecht dat hij wederom opgewonden werd. Hij had ergens aan de IJssel pauze gehouden bij een zandput waar hij vroeger wel eens de karper belaagde. Vincent had een geweldig uurtje gehad. De ene roofblei na de andere kleunde op zijn hengel met als kroonjuweel een prachtige roofblei van 81 cm en mega vet bovendien.
Ik vroeg Vincent direct de vangst stil te houden, want dan kon ik hem als inleiding van dit verslag gebruiken als het zou meezitten. Want Vincent en ik hadden op deze dag (die ik nu beschrijf) een afspraak staan. Al een tijdje. We zouden nog één keer gaan proberen de rapf te belagen. Dat zou in de ochtend gebeuren en in de middag zouden we gaan snoeken. Dat was althans het plan, maar indien nodig zou er geswitcht gaan worden naar iets anders. Ik had natuurlijk al vreselijk veel zin in deze dag, maar nu… Na deze berichten… Ineens sloeg bij mij de Rapfitis weer toe. Vol overgave begon ik me voor te bereiden en twee nachten voor de visdag had ik alles al geregeld.
In het donker stond ik al bij Vincent en direct ging het volume omhoog. Enthousiasme over zijn successen van de afgelopen dagen. Na een flinke rit kwamen we bij de stekken aan waar het allemaal zou moeten gaan gebeuren. Uitstappend en de rivier overziend begonnen direct al de spanning en adrenaline barometers op te lopen. Wij gingen ook lopen. Met een strak broekje van de adrenaline. Maar dat lopen kostte moeite, want we wilden eigenlijk rennen. In het halfduister vlogen de aasjes voor het eerst door de lucht. Landen zagen we ze niet. Daar was het nog te donker voor. Super gespannen wachtten wij tot de eerste aanbeten, maar die kwamen niet. Eén van mijn worpen vloog over de keien en hierdoor verspeelde ik mijn eerste aasje van de dag.
Het verspelen van aasjes hoort nu eenmaal bij roofbleivissen. Wil je niets verspelen, dan betekent dit veel minder vangsten. Maar nu was het probleem dat ik licht nachtblind ben en kippig bovendien. Ik kreeg het niet voor elkaar een nieuw onderlijntje te knopen. Maar Vincent bood, ondanks de pure adrenaline met de daarbij behorende drang, hulp. Super, want anders zou er niets van het vissen terecht zijn gekomen totdat het helemaal licht zou zijn. Goede vismaten zijn onontbeerlijk, wat mij betreft en dit is daar weer zo’n voorbeeld van. En ik kon weer lekker gaan knallen. Het werd licht en het werd 8 uur. We hadden alle twee nog geen tik gevoeld. Nou goed dan. Ik had natuurlijk een rivierkrib aan de haak geslagen, maar daar kwam ik natuurlijk niet voor. Ik stelde voor om nog een kwartier door te gaan en dan te verkassen. Aan het gezicht van Vincent te zien was hij hier echter nog niet klaar. Hij bleek gelijk te krijgen. Deze dag zou trouwens hoe dan ook de dag van zijn gelijk worden. En ik bleek later daar de zoete vruchten van te plukken.
Ondertussen was het grote wisselen van kunstaas begonnen. De adrenaline zakte wat af en de broekjes kwamen wat wijder te hangen. Het werd ca. tien over acht. Ik had er mijn aruku aangehangen en bij de tweede worp gebeurde het… BENGGGGG! RRRRR RRRRR RRRRR. De slip gierde 3 keer fel achter elkaar, maar na een flinke tussendreun op de hengel loste de vis. Het adrenalinepijl steeg weer en de broekjes vlogen weer strak. Deze aanbeet bleek de prelude te zijn van 2 fantastische uurtjes en van het gelijk van Vincent.
De Aruku leverde geen aanbeten meer op. Daarnaast wilde ik toch net even verder kunnen gooien. Ik wisselde daarom naar mijn pipo aasje (sorry, maar ik ben de naam vergeten), een Aruku-achtig aasje qua actie, maar net wat meer gestroomlijnd en zwaarder. Het pipo aasje landde en na een aantal meters van binnendraaien werd het aasje gegrepen. De nul werd weggepoetst. En hoewel het geen monster was werd ik echt vrolijk van de vangst. Op de foto (de 2de van dit verslag) is duidelijk te zien hoe moe ik was. Ik weet niet wat dat is, maar de nacht voor een geplande roofbleisessie slaap ik altijd erg slecht. Veel woelen en draaien, zeg maar. Bij het snoekvissen en stekels vissen heb ik daar geen last van. Terwijl ik dat toch ook machtig vind om te doen.
De vis werd teruggezet en ik gooide weer in… Het aasje draaide de stroming uit en… WHAMMMM! In één klap vloog mijn hengel krom tot in het handvat en voor ik kon reageren gierde de slip. Ik sloeg automatisch aan, maar met zo’n aanbeet hoeft dat natuurlijk niet. Het veroorzaakte alleen maar dat de slip nog feller begon te lopen. De BEUK der BEUKEN afgekort als Dé Beuk of El Golpe! Dit is waarom ik slapeloze nachten heb om die beesten. De vis zwom terug de stroming in en ging daar dwars in staan. Er was geen beweging in de vis te krijgen en de vis liet zich langzaam meevoeren met de stroming. Mijn slip tikte langzaam. Een extreem lange dril was het resultaat en ondertussen probeerde Vincent een tweede vis te haken voor het kroonjuweel van deze dag, namelijk een dubbele vangst. Het mocht niet zo zijn… Nog niet. Ondertussen ging de dril maar door. Wat vocht de vis hard. Ondertussen probeerde Vincent een foto te schieten tijdens de dril. Resultaat was een mega kolk van een mega vis die net uit beeld verdween. (Foto 13) Uiteindelijk toch de winst voor de visser. Ik mocht op de foto met deze mega vis. (3de foto van dit verslag) Ik jubelde het uit! En Vincent lachte mee om mijn blijdschap. Hij weet als geen ander hoe het voelt.
Mijn pipo aasje wilden ze na deze vis niet meer en ineens kreeg Vincent de ene onderzoekende tik na de andere op een zware pilker. 35 gram was het ding in de kleur blauw. Ik vroeg direct of hier veel werd gevist. Hoewel ik wel eens op deze stek geweest was vind ik het over het algemeen veel te ver, dus ik wist dat niet. Het is namelijk een uur en drie kwartier rijden voor me in totaliteit en dat doe je niet zomaar. Zelfs ik niet. Zeker niet indien je goede stekken veel dichterbij hebt. Vincent bevestigde het. Er werd hier veel gevist. Inspectietikken dus van gedresseerde roofblei. Ik meldde mijn vermoeden en Vincent begon nog fanatieker te spelen met zijn aasje. Dat resulteerde direct in een snoeiharde aanbeet en een landing van de eerste bak voor Vincent. (Foto 4) Voor de derde keer vlogen de knokkels van onze handen tegen elkaar en voor de derde keer bedankte de één de ander voor assistentie. Onze blijdschap veranderde in een jubelstemming.
Even later beukte de hengel van Vincent al weer rond. Een wat kleinere roofblei werd naar de kant gedrild. Tijdens de dril vertelde Vincent dat hij misschien wel de sleutel voor vandaag gevonden had: Ze zitten dieper en verder weg. Er over nadenkend en discuserend, kwamen we tot de conclusie dat Vincent best eens gelijk kon hebben. De Aruku gooit ver en gaat redelijk diep. Het pipo aasje gooit verder en gaat nog iets dieper. De zware pilker van Vincent gooit turbo ver en zinkt ook dieper weg dan de lichtere pilker die ik eerder gebruikte. Ondertussen had Vincent de vis geland, ik mocht fotograaf zijn en de knokkeltjes vlogen weer tegen elkaar. De gelukskreten werden steeds heftiger. (Foto 5).
Ik wilde het verhaal van de zwaardere pilker nog even testen. Ik met een lichtere pilker met de zelfde lengte en kleur. Vincent met zijn zwaardere pilker. Direct volgde het bewijs. Natuurlijk. Voor zover zo iets als bewijs kan gelden. Er volgde een enorme hengst op de hengel van Vincent, vol in mijn gezichtsveld. Ik schrok misschien wel net zo hard als hij. Ondertussen probeerde ik weer voor die dubbel te gaan, maar ik kreeg meerdere worpen geen enkele actie. Ondertussen werd duidelijk dat er weer een mega bak aan zat te komen. Wat een zware en grote vis weer… (Foto 6) Er zat een climax van euforie aan te komen! Ik wist het zeker!
Ik kreeg een zelfde pilker van Vincent, maar dan in de kleur groen. En de aasjes zoefden weer door de lucht. Ineens was ik het die de onderzoekende tikken kreeg te verduren. Meerdere tijdens de zelfde worp. Met de volgende worp was ik er op voorbereid. Ik liet na de dressuurtik de pilker 2 seconden stilvallen en vervolgens bewoog ik de hengel naar boven, waardoor de pilker weer met een enorme snelheid in beweging werd gezet. Direct vloog de hengel krom en begon de slip te gieren. Een enorm sterke roofblei was in het trucje getrapt. Voor mij was het bewijs nu wel geleverd. Vincent had de goede sleutel benoemd. Ondertussen begon ik te trillen van de opwinding en adrenaline. Al de tweede… EL GOLPE! En dat te bedenken dat ik er gemiddeld 3 in een jaar te verduren krijg. 3 van die echte el golpes. Nu gewoon 2 op één dag… En wat vocht deze vis hard. Het was echt niet normaal meer wat hier allemaal gebeurde. (foto 7)
Bijna direct daarna was het weer raak. Weer een enorme klap op de hengel en weer begon er een enerverende dril. Met 68 cm mijn tweede en later bleek mijn laatste niet 70+ vis. Ook deze vis vocht knetterhard. We begonnen steeds uitbundiger uiting te geven aan onze blijdschap. Terwijl we in deze stemming waren arriveerden 2 medevissers. Zij verwachtten op hun vraag een heel ander antwoord gezien onze blijdschap. Wij hadden namelijk nog niets gevangen. Volgens Vincent dan. En zoals ik in het begin schreef had hij op alle fronten gelijk. Maar even later beukte weer in één klap mijn hengel krom en wederom gierde de slip voordat ik kon reageren. EL GOLPE… voor de derde keer op één dag EL GOLPE… Mijn euforie bereikte ongekende hoogte. Ik had het niet meer en ik begon uitbundig en op een stupide manier te lachen. Ik kon er niets aan doen. Even later begon Vincent vol mee te bulderen. Opzij kijkend zag ik Vincent met een kromme stok staan. En die twee vissers? Die begrepen er niets van, maar ik moet het ze meegeven. Ze begonnen mee te lachen. Vincents vis was redelijk snel bij de kant, maar die van mij wilde weer niet. Ik denk dat deze vis het hardste vocht van allemaal en het moge duidelijk zijn. Het was weer een mega bak. Gelukkig wilde één van die mede vissers wel een foto maken. (foto 9) Ons kroonjuweel van de dag en onze climax van euforie.
De andere vissers kregen geen beet en nokten weer af. Logisch indien er een paar van die idioten in volle extase bezig waren met lachen en plezier maken. Wij hadden automatisch ons even ingehouden met vissen. Nu we weer het rijk voor ons alleen hadden konden we weer verder. Direct leverde dat de volgende harde aanbeet bij mij op. En weer kon ik vol in de hengel. Het kon allemaal niet op. Om de één of andere reden moest ik aan de voetballer Reiziger denken bij deze vis. (foto 12) Ook deze vis werd geland. En zoals dat zo vaak gaat: de stroming werd minder en minder, draaiingen en stromingen van het water liepen anders en de rapf was weg. Dit gold zeker op deze stekken, vertelde Vincent.
Tijd om te switchen naar vriendin Esox. Vol goede moed begonnen we aan een lange rit. Echter zou de snoek een grote deceptie worden. Niet zozeer omdat we er geen gevangen hadden, want dat vind ik eigenlijk minder belangrijk. Op de eerst stek aangekomen kwamen wij een aantal visvrienden tegen. Levendaas vissers. Ik heb er moreel gezien niets op tegen. Iedereen moet dat zelf weten en iedereen moet zelf bepalen wat ze belangrijker vinden. Maar wat we van de heren te zien kregen… Ik begon er nu toch aan te twijfelen. De eerste man landde een snoek. En de dreg zat helemaal achter in de strot. Zelfs de speld was nog maar amper te zien. De draad werd doorgeknipt en de snoek werd in het water teruggezet, aldus een hongerdood tegemoet ziend. Met dat de snoek terug werd gezet zagen we een andere visser over het fietspad aan komen rennen met een snoek in de hand… kijk eens wat ik heb… zeker een afstand van 100 meter afgelegd hebbend… Ik vind het niet gepast een mooie foto van een mooie roofblei naast dit stukje tekst te plaatsen en deze foto te laten bezoedelen…
Op de tweede stek was niet te vissen. Te veel waterplanten en ook op de derde stek was het niet mogelijk. Het gemaal stond te loeien… Maar de zin in snoeken was na de escapades van onze mede visvrienden danig verminderd. Althans, bij mij. Vincent was daar wat genuanceerder over en ik moet hem gelijk geven. Eigenlijk moet ik mijn stemming niet laten beïnvloeden door een stel van die loosers. Ik kan er toch niets aan veranderen. We besloten bij mij thuis te gaan chillen en dan te bepalen wat verder te doen. De uitkomst laat zich raden… Rapf… Op de stek aangekomen lag alles er perfect bij. Ik overdrijf niet als ik zeg dat er 30 sterntjes en meeuwtjes aan het azen waren.
De zware pilkers vlogen door de lucht en bijna direct vloog mijn hengel in een erotische buiging. Even later hoor ik Vincent jubelen. Weer een dubbel… De tweede van de dag. De vissen werden om verschillende redenen in het water onthaakt. Maar wederom was mijn vis over de 70 cm heen. Echt wel weer een bak. Meer actie kregen we niet. Het was ook te verwachten, want de meeuwtjes en sterntjes waren naar elders vertrokken. Maar wat een dag. Samen hebben we 12 beste bakken gevangen. 3 van die vissen waren echte mega bakken die allemaal op de cm nauwkeurig even lang waren. 2 waren voor mij en 1 voor Vincent. Naast die mega bakken had ik nog 3 70+ vissen. Het kon allemaal niet op. Deze keer had ik het geluk aan mijn kant met al die mooie vissen, maar dat had net zo goed andersom kunnen zijn. Ook realiseer ik me dat ik 5 vissen heb gevangen met die zware pilker van Vincent. Ook maar weer eens een bewijs dat een vismaat meer is dan iemand die toevallig met je opvist. Vincent, ik heb het sterke gevoel dat ik je deze keer extra moet bedanken voor deze prachtige visdag. Bij deze. Op de terugweg kwam ik in mega onweersbuien. Bij Vincent was het ook raak en hij heeft er een prachtige foto van gemaakt. Hoe toepasselijk. Bruut geweld in het water. Bruut geweld op de hengel. Bruut geweld in de lucht. Brutaalweg geweldig…