Het gesloten kunstaas seizoen is al een tijdje aan de gang. En wat moet je dan als roofvisser puur natuur? Je kan natuurlijk op de bank gaan hangen en voetbal kijken. Of sokker zoals de yanks zeggen. Alleen het woord al. Je zou spontaan van Amerikan Football gaan houden. Maar dat gaat me toch ook te ver en afgelopen week heb ik daarom naar een wedstrijd gekeken. Het was zowaar nog een goede wedstrijd ook. Ik voelde me dan ook een beetje entertained, maar helaas hielp het niet tegen de onrust in mijn lijf. Voor de onrust moet ik gewoon struinen langs de waterkant. Maar dat mag niet. Vismaat Michiel heeft er wat op gevonden. Hij weet een prachtige sloot. Polderlandschap uit grootmoeders tijd. Hoe hij die plek te weten is gekomen weet ik niet. Ik moet het hem toch eens vragen. De betreffende sloot is kilometers lang met vele zijsloten en zijslootjes. Het zit er vol vis. En niet zomaar vis. Net als mijn favoriete rover is het een exoot. Er is echter wel één verschil. De roofblei is hier in Nederland gekomen tegen wil en dank. De graskarper, want daar gaat het om, is in Nederland uitgezet. Ik kan me nog herinneren dat de eerste graskarpers werden uitgezet. Ze zouden zich niet kunnen voortplanten en ze zouden niet te vangen zijn. Michiel weet wel beter. Althans, hij weet dat ze te vangen zijn. En hoe. Hij heeft me al heel wat mooie foto’s laten zien met nog veel mooiere bakken van graskarpers er op. Prachtige torpedo’s.
Als redelijk alternatief voor het roofvissen zijn we inmiddels twee keer op stap geweest, Michiel en ik. Twee keer lukte het niet. Wel had Michiel twee lossers. Het waren duidelijk graskarpers. Ook ving hij een oerlelijke brasem. Zo lelijk dat hij eigenlijk weer mooi wordt. En vandaag deden we onze derde poging om een graskarper te vangen.
Maar goed. Karperen is niets voor mij. Veel te passief en veel te veel gesjouw. Stel je voor dat Michiel er achter komt dat ik snurk. Maar dan blijkt ineens dat je haast geen spullen nodig hebt voor het vissen op graskarper. Er is daat een hengel met molen. Nylon er op en een haak aan de nylon. Als lokvoer kattenbrokken en als aas blood. Klaar. De kattenbrokken zijn er voor om de graskarpers aan het azen te krijgen, aldus Michiel. Maar wat houdt dat dan in? Heel gewoon. We rijden met de auto langs de sloot, stoppen hier en daar. Overal waar we stoppen gooien we een paar handen kattenbrokken in het water. Drijvende wel te verstaan. Dan rijden we naar wat doodlopende sloten om te kijken of we ze daar met mais kunnen verleiden. Dit is niet zo zeer ons doel, maar meer als overbrugging voor het echte graskarper vissen.
Uiteindelijk blijkt dat het niet wil in de doodlopende slootjes. We schakelen over op de jacht naar graskarper. We stappen de auto in en rijden langs de sloot. Overal waar we gevoerd hebben kijken we of de graskarper aan het azen is geslagen. En ondertussen genieten we van een geweldige omgeving doorsneden door een laan met bomen waarlangs de sloot loopt. De omgeving is adembenemend en overweldigend tegelijk. Maar dan geeft Michiel het sein om de auto aan de kant te zetten. Hij heeft azende graskarpers gespot. De haak wordt voorzien van een korst brood en ik gooi mijn korst twee meter van een azende graskarper. Ik wacht geduldig. Plotseling schrikt de graskarper ergens van. Een boeggolf zorgt voor een beteuterde visser. Ondertussen is Michiel om de bocht verdwenen. Hij belt me. Op de plek waar hij nu zit verscholen achter een boom is het een gekkenhuis. Het zijn er zo veel dat ik makkelijk mijn korst daar ook te water kan laten. Ik loop naar hem toe en inderdaad zie ik overal rond de korst van Michiel happende en azende karpers. Ik blijf direct staan, want ik wil er niet de schuld van zijn dat de vissen schrikken. Dit heeft in ieder geval tot gevolg dat ik een adembenemend schouwspel te zien krijg. De kolkjes komen steeds dichter bij de korst van Michiel. Wat een spanning! En dan zie ik een zwart gat op de korst van Michiel afkomen. De korst verdwijnt in het zwarte gat en dan schrikt de karper. Het lijkt er op dat de karper de haak heeft gevoeld. Maar Michiel is de karper voor en hij harkt aan. De vis zit aan de lijn. Nu blijkt dat we een wezenlijk deel van de visserij vergeten zijn uit te laden: Het schepnet. Ik ren terug naar mijn auto die zeker 200 meter verder staat. Ondertussen heeft michiel de karper vakkundig van de azende vissen weggedrild. En ik mag scheppen. Wat een prachtige vis in een prachtige omgeving. En wat een spanning ook.
De vis wordt weer teruggezet, ik feliciteer Michiel en we gaan weer verder. Gelukkig is even verderop de graskarper nog steeds aan het azen. Snel laat ik weer een korst te water. Maar deze wordt volledig genegeerd. De korst drijft af en ik haal binnen om een nieuwe korts aan de lijn te doen. Maar Michiel vertelt dat hij dat wel even zal doen. Ik gooi de korst weer in en na een minuut of wat beginnen de vissen in de buurt van mijn korst steeds actiever te azen. Een karper probeert van alles in de omgeving van de korst te proeven. Ook zie ik een paar kattenbrokken opgeslokt worden. Eerst rechts van mijn korst, dan net voor mijn korst. En tot besluit links ervan. En dan ineens zie ik een bek open gaan bij mijn korst. De korst verdwijnt en ook nu lijkt de karper de haak te voelen. Maar ook ik hark gelukkig optijd aan. De karper hangt. Yes! In eerst instantie gebeurt er niet zo veel. De karper laat zich gewillig naar de kant voeren, maar daar aangekomen neemt het beest een lekkere run door de slip. Ze laat zich daarna weer tot onder de top binnen drillen. Vervolgens gaat ze weer door de slip. Dit herhaalt zich meerdere malen, maar uiteindelijk wordt de vis geschept. Eindelijk! Mijn eerst graskarper ooit. Michiel vertelt gniffelend dat ik deze gevangen heb omdat hij de korst aan mijn haak heeft gedaan. Who cares... Wat een ervaring en... ik moet het toegeven. Het is helemaal niet saai.
Wat een prachtige beesten zijn het en wat een opwindende manier van vissen is dit. Ik kan er niet over uit. Het is zo spannend om die vissen in de buurt van je korst te zien azen. Ik had dit echt niet verwacht. Het heeft me gepakt. Het is niet zo mooi als de roofblei die op je aas beukt. Het is ook niet zo mooi als de snoek die je jerkbait over meters achtervolgt. Maar het komt er bij in de buurt. En wat een knokkers zijn het.
Ook deze vis wordt teruggezet in het water en zwemt direct weg. De twee gevangen vissen hebben de stek dusdanig verstoord dat de graskarpers niet meer azen. De auto wordt weer opgezocht en we rijden weer langs de sloot. Nergens zien we nog azende vissen. Maar mij kan het niet deren. Ik voel me de koning te rijk. Langzaam zet de schemer in. Met dat we langs het laatste stuk rijden zie ik in mijn ooghoek iets uit de hemel vallen. Midden op het weiland aan de overkant van de sloot zie ik gespartel. Een buizerd is op een haas geklapt. De haas verzet zich uit alle macht en dat heeft resultaat. Met een reuzensprong schiet de haas los. In een zucht is de haas meters verder. De buizers vliegt sacherijnig weg. Althans, dat denk ik. En de haas mag nog een dag langer van zijn leven genieten. Hij zal wel blij zijn. Net als ik trouwens. Op de terugweg naar huis, nadat ik Michiel heb afgezet, hoor ik Prince op de radio met één van zijn beste nummers: Kiss. Mijn dag is af.