Het was al laat. Tegen twaalven. Met onze zondagse visdag in mijn achterhoofd zat ik zaterdagavond tegen twaalven nog achter de pc. Beetje verlekkeren op mooie foto’s van kapitale snoeken die door een enkele gelukkige uit het water gepulkt mag worden. Plotseling...heel voorzichtig hoor ik de brievenbus zijn herkenbare geluid maken. Maar dat doet ie meestal niet ’s nachts. Daarom liep ik er toch maar even heen. Daar lag warempel een brief op de mat. Omdat ik wel nieuwsgierig was wie op dit tijdstip nog post bezorgde, keek ik eens goed door de voordeur naar buiten. Daar zag ik Dennis die net het hek sloot . Toen ik de deur opendeed, had ie wel in de gaten dat ik ook nog wakker was. Ik had nog niet eens gelezen wat er in het briefje stond, maar Dennis blies het visdagje dat we voor de volgende dag gepland hadden af. Hij had ook wel gelijk. Verdorie, was het alweer zover. Wij gaan een dagje vissen en prompt vriest de hele ratteplan weer dicht. Er lag duidelijk zichtbaar een behoorlijke laag ijs voor ons huis op het water. De ‘cold as ice’ koningin had duidelijk op ons gemunt. We mochten gewoon niet vissen van haar. Al mokkend en mopperend sloten we het gesprekje af met:”We moeten het in de loop van de dag maar bekijken.”
Na een onrustige nacht met dromen die over snoeken, trollen en warm weer gingen, werd ik redelijk op tijd wakker. Meteen gooide ik mijn deken aan de kant en scheurde het gordijn opzij. Het leek warempel wel of het niet meer vroor. Het regende zelfs. Ik ben meteen uit bed gegaan, heb me aangekleed, en ben alles gaan klaarmaken om toch te gaan snoeken. Dit was niet veel, want de visspullen stonden al gereed en het enige dat nog moest gebeuren was het smeren van brood en het zetten van thee en koffie. De jongens waren ook al beneden. En juist toen ik de achterdeur van het slot draaide om naar Dennis te lopen en te vertellen dat we misschien toch wel weg konden gaan, schreeuwde Julian:”Papa, Dennis staat bij de voordeur!!!”
YES!!!
Jullie snappen ‘m natuurlijk al. Onze visdag ging door. Al was het dan een latertje.
Om negen uur waren we paraat en propten de visspullen in mijn auto. Daarna de boot ophalen en “rock ’n roll babe”, op naar onze mooie viswater. Onze bestemming lag in een gebied waar we eerder gevist hadden en behoorlijk wat succes hadden geboekt.
Rond tien uur waren we op de plaats van onze bestemming. Er stonden al meerder auto’s geparkeerd bij de trailerhelling, we waren echt laat voor ons doen. Toen we de trailer in het water hadden kwam er een bootje aangevaren, met twee viscollega's. Even later hoorde ik van Dennis waarom zij ermee ophielden. “Het ligt helemaal dicht, onverantwoord!!” Had de man gezegd. Nou, dit leek wel weer fantastisch. Hebben we het toch voor elkaar dat we op pad zijn, blijkt de boel nog dicht te liggen. Maar niet in en om de trailerhelling. En…het verschil tussen deze snoekers en ons was, het verschil in boot. Zij hadden een rubberboot en die van ons is van aluminium. “Sorry Dennis (met de lichtgekleurde van 80, in de fotogalerie) en vispartner. Wij gaan het toch proberen.” Maar het bleek best pittig te zijn, al dat ijs. Ondanks dat we hoop hielden, hadden we behoorlijk lopen balen, al ijsbrekend een weg banend op zoek naar open visgelegenheid. Er was ons wel een bootje voor gegaan, maar alle ijsschotsen lagen ons behoorlijk in de weg. En van vissen kwam in eerste instantie weinig. Iets verderop konden we voor de eerste maal onze prooi te water laten. En even later weer omhoog. Zo ging het nog even door. Dan konden we weer een stukje trollen en vervolgens moesten we als de wiederweerga de lijn weer binnenhalen, anders betekende het dat we met onze handen in het koude water moesten om het kunstaas er weer uit te pakken. Want dat ijs werkt als een scheermes, zo scherp.
Gaandeweg werd het steeds beter. We kwamen op groter water en daar konden we gemakkelijk één kant aftrollen, terwijl de andere kant met ijs bedekt was. Alles wat er gebeurde, geen vis te bekennen. En we hadden al een behoorlijk stuk afgetrold. Het duurde tergend lang. En het was koud. En het was nat. Maar we hadden gelukkig wel een lekker bakje koffie en thee mee. Dat betekende dus ook al gauw een sanitaire stop. Effe lekkere warme handen krijgen... Nadat Dennis de motor weer had gestart, was ik met mijn Fatso nog buitenboord. En voordat ik het wist voelde ik geen weerstand meer aan mijn hengel. Daar lag ie, tussen de ijsschotsen in, op een klein stuk ijs. Mijn Fatso. Nu wist ik alleen niet meer of het nu een drijvende of zinkende was. Mja, daar kwamen we snel genoeg achter. Toen ik die lijn probeerde te pakken te krijgen met de Balzer waarmee mijn andere hengel was opgetuigd, gleed de Fatso er vanaf. Gelukkig bleef ie tussen de schotsen hangen en zonk niet naar de bodem.
Op een beschutte plek in de kern van het dorpje, schoten ineens allemaal aasvisjes door het water. En dit gebeurde meerdere malen. Nu, zou het dan eindelijk zover zijn??? Nee dus. Noppes. Op een bepaald moment, vlak erna, werd er ook gejaagd en zag Dennis daadwerkelijk de snoek aan het oppervlak voorbij flitsen. En nog steeds niets vangen hoor!!!
We kwamen nog een paar jeugdige snoekvissers tegen die de vis te lijf gingen met wat kleine twisters en plugjes. Vlak hierna kwamen we een kantvisser tegen die met witvisjes de snoek probeerde te belagen. Een meter of vijftig hierna kreeg ik op mijn Balzer 3d monster, snoekversie, een doffe en lome aanbeet. Dit was echter wel een gewichtige vis, die aan de andere kant van de lijn hing. Na een niet al te lange dril, kwam ie langszij. Voorzichtig pakten we de vis uit het water om haar te verlossen van de dreggen. Na enige moeite was dit klusje geklaard en mocht deze dame, zonder de foto, weer terug in het koude nat. Kleine reanimatiesessie toepassen na het onthaken, waarna ze met een enorme staartslag ervoor zorgde dat ik mijn mond vol met koud water kreeg. Daar ging ze. Een vette snoek, ergens tegen de zeventig. Dennis zei nog toen ik net beet had:”Hehe, eindelijk!” De eerste was binnen. Maar voor ons gevoel zou dit de enige blijven van die dag. Wel had ik weer een nieuwe serie eigenbouw uit de serie Singing Lures kunnen dopen. Ze waren pas voor de eerste maal bewerkt met de coatinglaag, dus ik durfde er ook niet al te veel mee te vissen. De meeste hiervan waren bestellingen. Maar ik was zeer te spreken over de aktie van het kunstaas. Op een enkele na.
Even na deze snoek passeerden we de kantvisser weer. Deze waarschuwde ons nog voor zijn lijn. Deze was zojuist geknapt en de dobber dreef ergens in het midden. Zo hebben we ook nog iemand blij kunnen maken die dag, door de dobber aan ‘m terug te geven. Hij vroeg nog naar de snoek, dit had ie natuurlijk kunnen aanschouwen op een meter of dertig afstand. Toen we hem tien minuten later weer passeerden, deelde hij ons mee dat ie er ook net eentje had overmeesterd, een zeventiger. Jammer dat we dit niet hadden kunnen zien. Was wel een leuke foto waard geweest.
Het begon al laat te worden, maar hoe laat precies, dat wisten we geen van beide. Allebei waren we niet uitgerust met enig apparaat dat een tijdsaanduiding gaf. Mijn telefoon was leeg en Dennis had zijn horloge niet om. Passerende fietsers (koud hè?) wisten ons toen te vertellen dat het 14.40 u was. Een tijdje hierna, kreeg Dennis eindelijk ook beet. In de beige Destroyer, had een snoek zichzelf een lekker maaltje willen verschaffen. Na een snelle onthakingsprocedure en het nemen van de foto’s werd deze snoek weer teruggezet. Ons denkbeeldige meetlint zei eveneens ongeveer zeventig centimeter. Na deze snoek, was de kou ons een beetje meester geworden. Het zou inmiddels een uurtje of half vier zijn en het zou niet verkeerd zijn weer richting trailerhelling te gaan. We kwamen nog een visbootje tegen, die al op vijf snoeken zaten. Hierdoor motiveerde het ons om toch de boot nog één keertje te draaien. En de vaart nog een keer af te trollen.
We waren onderweg al een paar keer langs de ondiepere aftakkingen gekomen. En hadden zelfs eentje al een stukje afgevaren. Maar dit was waardeloos. Veel te veel ijs. Maar dit was eerder op de dag. Nu was het al wat later, het regende al een tijd en het waaide stevig. We doken toch nog maar eentje in. Net nadat we onder het bruggetje door waren, klapte de eerste snoek erop. Hij mistte. Ik had mijn redhead Mad Butcher ondergebonden en deze was perfect te trollen in dit ondiepe water. Door zijn aktie en zijn kleur wekte ie voldoende aandacht. Want niet lang daarna kwam er weer een misser, ditmaal op de terugweg. Want een kleine tweehonderd meter stroomafwaarts lag het toch weer dicht met ijs. Het bruggetje weer passerend, manoeuvreerde ik met mijn zelfbouw tussen de boot en het muurtje en KLATS!!!, daar hing dan toch eindelijk weer eentje. Een lief snoekje hapte naar zijn maag groot was en kon snel in de boot gehesen worden. Snel nog een fotootje en weer terug in het donkere water. We wilden dit korte stukje nog een keer beproeven. En vrij snel volgde er weer een aanbeet. En niet lang hierna was Dennis die een prachtige aanbeet kreeg. Niets mooier dan in dat heldere water je kunstaas belaagd zien worden. Na de tweede keer hadden we het wel gezien. Na het smalle stukje staken we het bredere water over en doken onder het bruggetje door. Meteen na het bruggetje, weer een misser. Twintig meter verder, weer een misser….of was die nou raak….Ja, die was wel raak. Hebbes. Wat een feest. Ze komen weer los!!! Binnen tien minuten toch een stuk of zes snoeken die erop knallen. En dan is een misser vaak even mooi, ondanks dat je ze liever wel in je bootje ziet.
Voorbij het kruispunt, waar ik de vorige keer de kapitale baars ving, joeg een langgerekte snoek van de ene kant van de sloot naar de andere kant…en mistte finaal mijn aas, het werd niet eens aangetikt, hij kon er niet eens aan ruiken. Maar wat een schitterend gezicht. De drijfveer van dit magere scharminkel om toch maar zijn buikje rond te krijgen. Super.
Na tien minuutjes trollen was het Dennis die op zijn dikke Balzer een snoekje af zag stuiven. Die hing ook meteen. En dit was eentje van haringformaat. Lieflijk getekend, maar oh wee, ondanks dat zorgde deze reus ervoor dat Dennis z’n jerkstok helemaal krom stond, hij kraakte erover. Ook de boot raakte enorm uit koers doordat dit monster ons op sleeptouw nam. Zelfs toen ik het tweede anker overboord gooide wist deze snoek ons nog mee te slepen. Fenomenaal…wat een beest. Groaarrrr!!!
Hierna werd het steeds minder makkelijk om te vissen. Door de aanhoudende natte sneeuw en de koude, harde wind, was het niet behaaglijk meer om lekker ontspannen te zitten vissen. We besloten maar richting trailerhelling te gaan varen, waar we erachter zouden komen dat het al bijna zes uur zou zijn. Na een stukje wat sneller gevaren te hebben, verminderde Dennis nog één maal de vaart. Het laatste stukje van het ondiepe veenwater trolden we richting het bruggetje. Hier kwam ik nog vast te zitten in wat wortelen van een boompje. Na een paar tikken schoot deze los…en meteen weer vast. Maar wel in de bek van het laatste grijpgrage snoekje van die dag. Deze had al op de loer gelegen toen de prooi verstrikt zat in het wortelstelsel in het water. “Een gemakkelijke prooi, hoorde ik ‘m nog denken.”