Na een aantal Zweedse visvakanties, wilden we eens wat anders. Aangezien Ralf en Friso afgelopen najaar een paar dagen succes hebben geroken op het Ierse Lough Derg, zou dit immense meer logischerwijs ons strijdtoneel voor 2008 worden. Plannen werden gesmeed, vlucht geboekt bij Ryan-Air, nog even de laatste noodzakelijke uitgaven en klaar waren we. Onze doelstelling? Ierse metersnoeken natuurlijk. Onder leiding van snoekgoeroe Ferdinand Heijerman – drievoudig winnaar van de European Pike Challenge – beleefden we een fantastische en leerzame week in het pittoreske Killaloe. Mooie snoek vingen we ook.
Ferdinand gidst standaard vanuit een fantastische, maar bovenal praktische visboot; een 50 pK aluminium Chrestliner Fishhawk van 5 meter lang en ruim 220 cm breed. Omdat de boot plaats biedt aan 3 personen inclusief hijzelf – een groter aantal is gewoon niet praktisch – konden er per keer slechts twee van ons drie mee. We zouden daarom om beurt alleen vissen. Onder leiding van Ferdinand werd de eerste dag direct een leuk aantal snoeken gevangen. Al jerkend ving Ralf een paar kleintjes, Friso sleepte onder andere een mooie tachtiger binnen en miste een dikke 110+ op een haar na, maar de eerste echte kanjer (111 cm) was voor de meester zelf. Ikzelf had de tos verloren en mocht de eerste dag in m’n uppie uitvaren. Desondanks wist ik nog een 3-tal snoeken te vangen, waaronder een kleine tachtiger.
De dagen daarna werden de weersomstandigheden steeds beter. On-Iers zou je bijna zeggen. Op een gegeven moment was het ruim 20 ºC en bijna bladstil. Heerlijk weer natuurlijk, maar voor de vangsten niet altijd even gunstig. Ondanks het prachtige weer werd toch gevangen, al vond Ferdinand de gemiddelde maat teleurstellend. ’s Middags – we hadden er een stuk of zeven – vroeg ik Ferdi aan welk kunstaas hij nu de meeste snoeken had gevangen. Dit bleek dus de “Striker” te zijn. Er werd een volledig afgekloven jerkbait tevoorschijn gehaald en bij wijze van demonstratie even aan de spinstang gehangen. Slechts twee tikken en u raadt het al; dikke tachtiger uit het fonteinkruid! Puur vanuit een stukje leedvermaak werd het stukje vakmanschap - dat ooit waarschijnlijk een fraaie print kende - direct daarna met een grijns weer opgeborgen in de koffer, Friso en ik een beetje verbaasd achterlatend. Natuurlijk, ook wij wisten dat dit eerder een kwestie van geluk dan wijsheid was…(!).
Ferdinand kent Derg bijna zoals ik m’n eigen achtertuin ken. Zijn data-base bevat honderden potentiële hotspots waar met regelmaat (grote) snoek afkomt. Met als kompas de actuele weersgesteldheid en de aanwezigheid van onderwatervegetatie – dit is niet alleen cruciaal op dit water – worden regelmatig nieuwe plekken verkend. Hij vertelde ons over de ruïnes en torens die op sommige plekken vanaf het water te zien zijn en waar eeuwen terug eenzame monniken moesten strijden tegen aanvallen van bloeddorstige Vikingen. Nu worden de ruïnes slechts nog gebruikt door raven... Even later wordt een jerkbait van onder gegrepen en weer is het Ferdinand die met een kwade snoek aan de stok krijgt. Met 96 cm weer een prachtsnoek. Rond de klok van vijf maken we onze laatste drift over een groot plantenbed en wordt Ralf’s bulldawg van onder de boot net gemist door een vette meter.. We besloten de dag zoals gebruikelijk met een warme hap en wat pinten bier bij het altijd gezellige Molly’s.
De laatste dag onder leiding van Ferdinand ving Ralf ’s ochtends vroeg z’n eerste meter (101 cm) van deze vakantie op z’n nieuwe “XL” jerkbait van Aad Dam. Desondanks liep het – op een paar volgers na – niet bepaald storm. Pas na het middaguur nam – tegelijk met de oprukkende wind – het aantal volgers en aanbeten zichtbaar toe. Op zo’n moment voel je je een hele vent: jerkend boven plantenbedden op 4 tot 5 meter water, een dikke windkracht 4 tot 5 in je rug, ergens in een uithoek van een meer dat meer dan 12.000 hectare bestrijkt… Nee, Ierland is niet voor watjes. We waren ervan overtuigd dat er nog iets groots uit zou komen. Na een paar snoeken – waaronder een beresterke tachtiger – bleken de meters vandaag niet voor ons weggelegd. Gelukkig hebben we nog twee visdagen voor de boeg, nu echter zonder onze belangrijke visgids.
De laatste twee dagen bestonden vooral uit het zoeken naar plantenbedden op 3 tot 5 meter water. Op een gegeven moment deden we weer zo’n plek aan; grillige structuur, hier en daar wat rietjes boven water, mooie diepte en vooral hier en daar wat fonteinkruid op de bodem. Ik jerkte wat op de automatische piloot totdat ik m’n jerkbait ineens vol gegrepen zag worden door een heel flinke snoek. In alle consternatie wil ik nogal eens verzuimen goed de haak te zetten. Nu dus ook. Na ongeveer 5 seconden schoot de snoek los. Ik zal nooit te weten komen hoe groot deze was, maar het gevoel overheerst (nog steeds) dat dit toch echt wel een dikke Ierse meter was. Eenmaal terug in de haven pakte Ralf gelukkig nog wel een mooie tachtiger mee. Doekje voor het bloeden.
We besloten de laatste vakantiedag met zo’n 7 snoeken. Niet slecht, wetende dat er ook vissers (of toch meer zonaanbidders) waren die al drie dagen droog stonden. In onze favoriete baai pakte Ralf veruit de mooiste snoek (99 cm) op een bulldawg. Daarnaast werden er nog een paar tachtigers en kleinere exemplaren gevangen. Tegen een uur of zes zat het avontuur er helaas weer op voor ons.
Al met al hebben we een fantastische week achter de rug. Met totaal twee Ierse meters, twee negentigers, een stuk of zes dikke tachtigers, vele kleinere snoeken en een aantal gemiste kanjers, mogen we niet klagen. Friso schreef afgelopen najaar al (“Ierland 2007”) dat snoekvissen op Lough Derg van een totaal anders dimensie is. Ik kan me daar alleen maar bij aansluiten. We hebben genoten. Voor meer informatie over het vissen op Lough Derg zie de website van Ferdinand Heijerman (www.pike-ireland.net).
Good goan
Wouter