De winter heeft zijn intrede gedaan in ons land en veel kleinere wateren zitten al dicht gevroren. Ook het bootvissen is nu geen pretje zoals wij vorige week ondervonden. Het traileren was linke soep met een spekgladde trailerhelling en tijdens het varen vroor het buiswater rond de boot op. Toch is het overdag met de zon erbij prettig vissen en de natuur is dan ook op zijn moois. Wij besluiten om weer met doodaas statisch vanaf de kant te gaan vissen op een diepe plas. Gijsbert en vriend Douwe gaan mee.
Het vriest -6 graden als we s'morgens in de auto stappen op weg naar onze stek. Aangekomen blijkt het water gelukkig helemaal open dus snel worden de hengels opgetuigd en vinden de sardienen hun weg op verschillende dieptes, het is toch altijd even zoeken op welke diepte de vis zich ophoud. Het duurt nog geen uur als mijn eerste aanbeet zich aandien op een diepte van 9 meter. Ik zoek contact met de vis en probeer de haak te zetten door de hengel met een ferme haal naar achteren te zetten. Even is het contact er maar dan rolt de vis er ook direct weer af. De aasvis gaat weer terug op dezelfde diepte en het duurt niet lang of deze wordt weer opgepakt. Het probleem is dat de vis geen lijn kan nemen omdat mijn topoog is dichtgevroren en de top staat dan ook stevig te schudden. Ik besluit om niet langer af te wachten maar sla aan. Deze keer hangt de vis wel en na een leuke dril verschijnt de snoek voor mijn benen. Deze snoek van dik in de tachtig wordt snel onthaak en na een foto weer snel terug het water in want de temperatuur is nog dik onder nul en de vis zou dus bevriezing problemen kunnen krijgen.
De hengels staan weer in positie maar alles wat met water in contact is geweest is bevroren. De topogen, de lijn op de spoel en de droparms onder de molen alles is ijs en dit bemoeilijk natuurlijk om de aanbeten goed door te geven. Maar ik geniet ondanks dit ongemak volop van de natuur want met het rijp aan de bomen ziet deze er schitterend uit. Onze border-collie Spot heeft het ook naar zijn zin en rost een beetje door het bos achter mij. Dan staat hij opeens met een labrador achter mij en niet veel later komt er een jager met het geweer op scherp bij mij langs. Ik bedenk mij dat we allebij in principe jagers zijn, ik voor mijn plezier en de landjager voor het eten. Welk doel heiligd de middelen denk ik bij mijzelf, het jagen zit de mens in het bloed waarschijnlijk overgehouden van de oertijd.
Terug in de werkelijk, want mijn top van de hengel staat weer stevig te schudden. Ik wacht nog even en dan trekt de vis het ijs uit het topoog en neemt een run. Tijd om aan te slaan maar weer is er even het contact om vervolgens weer alles kwijt te zijn. Vervelend die slecht beetregistratie maar het is niet anders. Als de aasvis weer op dezelfde plek terug ligt duurt het nog geen vijf minuten of hij wordt weer opgepakt. Deze keer pak ik de hengel op en duw het topoog onderwater. De vis kan nu vrij lijn nemen en deze loopt dan ook mooi weg, tijd om aan te slaan en de hengel buigt diep door. Deze vis hangt wel goed en is aardig vlot bij de kant, het formaat valt mee. Ik onthaak hem half in het water en na een foto mag deze snoek ook snel weer terug.
Bij Gijsbert en Douwe die een stuk verderop zitten is nog niets gebeurd deze morgen maar Douwe krijgt dan ook eindelijk een aanbeet. Hij weet de vis goed te haken en blijkt er een stevige snoek aan te hebben. De dril beslecht hij in zijn voordeel en kan dan ook eindelijk met de eerste vangst op de foto. Een mooie snoek die de tachtig cm ruim paseert zwemt even later weer weg. Dat hij nu vis op zijn stek heeft mag wel duidelijk zijn want het duurt niet lang of de sardien die weer op dezelfde diepte terug gebracht is wordt weer opgepikt. Maar ook deze vis rolt direct na de aanslag weer van de haak weet Douwe me later te vertellen.
Ook krijg ik zelf nog tot twee keer toe een aanbeet maar beide keren rollen de vissen bij mij ook weer van de haak. Ik denk dat de slechte beetregistratie hiervan de oorzaak want doordat alles zo'n beetje aan de hengel bevriest kan de vis niet goed lijn nemen. Bij de weerstand die hij hierbij opmerkt zal hij de aasvis niet vol oppakken maar een stuk voorzichtiger zijn. Voortijdig loslaten geeft je bij het aanslaan dan ook weinig kans tot daadwerkelijk haken. Maar ik heb weer genoten van deze visdag met zijn prachtige natuur. Koolmezen, roodborstjes en andere prachtig gekleurde vogeltjes waren volop aanwezig. Een roodborstje was zelfs zo brutaal om tot vlak aan mijn voeten te komen toen ik aan een boterham zat. Op zoek naar wat kruimelresten kon ik zefls rustig een foto maken van dit prachtige vogeltje. Genieten van alles om je heen, daar gaat het om bij het vissen.............
Pieter Nederlof