Vissen is vissen en blijft vissen, gelukkig maar want dat maakt het juist zo mooi voor ons om niet te weten wat je te wachten staat. De ene week is het alles en de andere niets zo ook dit weekend voor ons. Zondag met Bert op stap naar de plas voor een doodaas sessie waar het vorig weekend zo goed ging met zeven snoeken. Maar nu zou het moeizaam gaan maar wel met een mooie vis voor Bert. Doodaas statich aangeboden op bodem, er waren wat vragen over de manier waarmee en hoe te vissen. Daarom eerst maar eens wat uitleg over de vismethode. Wij vissen met twee karperhengel van twee en half ponds testcurve. De hengels steunen we af op twee beetmelder en onder de molen hangen we een droparm speciaal ontworpen voor deze visserij. De swingers die in de karpervisserij gebruikt worden zijn gewoon te zwaar en geven dus te veel weerstand. De molens die we gebruiken zijn de staandaard molens en zetten we met beugel open zodat er geen enkele weerstand is tijdens een aanbeet. De droparm hangen we in de lijn onder de molen voor een goede beetregistratie als de vis op ons aanzwemt. Maar ook een baitrunnermolen is op de laagste weerstand goed te gebruiken. Op de hoofdlijn schuiven we een wartellood van veertig gram en een rubberen stopper met als laatste een betrouwbare wartel De onderlijn is een verhaal apart en gaat te ver om hier diep op in te gaan, overal op het internet is wel informatie te vinden over onderlijnen voor deze visserij. Maar laat ik één tip geven, maak het niet te ingewikkeld en gebruik één of twee dreggen voor deze visserij. Als laatste natuurlijk het aas, zeevis als makreel, haring en sardien geven een goed geurspoor af in het water en leiden de snoek als het ware naar je aas. Voor deze visserij zijn in mijn opinie dit dan ook de beste aassoorten.
Maar goed, nu gaan we verder met onze visdag van Zondag 11 Feb. Om half negen komen we aan op onze stek en sjouwen we onze spullen uit de auto. Bert gaat een bootje gebruiken om zijn aasvissen precies op de juiste dieptes te leggen. Ik zit op mijn stek van vorig weekend en vertrouw erop om mijn aasvissen uit te werpen op dezelfde plekken van zes tot negen meter diepte. Als alles op zijn plek staat en de aasvissen op de juiste dieptes zijn aangeboden zet ik mijn shelter op omdat het plenst van de regen. Eenmaal lekker droog te zitten schenk ik een bak koffie voor me in wachtend op de dingen die komen gaan. Maar bij mij gebeurt er nog niets als ik Bert een uurtje later hoor roepen. Hij heeft een mooie snoek in het net liggen die hij van zes meter diep op de aangeboden sardien ving. Na de foto toch nog even meten omdat onze schattingen tot wat ver uit elkaar lagen. En met 93cm bleek Bert toch deze keer het dichts bij de schatting te zitten. De regen blijft maar met bakken uit de lucht komen en het blijft verder opvallend rustig als ik ineens een paar piepen op mijn beetmelder krijg. Gespannen sta ik bij mijn hengel gereed om hem op te nemen en erin te gaan hangen bij de volgende beetmelding maar die komt er niet. Vlug terug in mijn tentje want ik word doorweekt van de regen en nog maar een bak koffie inschenkend wacht ik verder af. Maar aanbeten blijven verder uit en rond het middag uur komt Bert langs om te vragen hoe laat we af gaan breken. Niet veel later besluiten we dan ook om ons kamp op te breken, Bert is tevreden met zijn mooie vangst en ik. Ja ik was verleden weekend een beetje te veel verwend en dan valt het niet mee om zonder vangst naar huis te gaan. Maar vissen is vissen en blijft onvoorspelbaar, gelukkig wel.........................
Pieter Nederlof.