Toetsweek op school, maar de toetsen die gemaakt moeten worden zijn ingepland op maandag en dinsdag. De overige dagen ben ik dus vrij. Woensdagochtend heb ik afgesproken met Christian Vlijm, een vriend waar ik al vele dagen mee op het water heb gezeten in weer en wind. We hebben vandaag de beslissing genomen om het kunstaas eens thuis te laten en ons volledig te richten op een aasvis onder de dobber.
In de ochtend sta ik op de afgesproken tijd bij Christian op de stoep, alles lijkt daar nog in diepe rust maar een lamp in de keuken geeft een teken van leven. Samen maken we de boot in een snel tempo klaar, en binnen een kwartier hangt de boot achter de fiets en kunnen we naar de trailerhelling. Je zult wel denken: de boot achter de fiets? Daarop hoop ik later nog eens terug te komen.
Eenmaal bij de helling zien we dat er een stevige wind pal op het meer staat, voor deze keer geen probleem omdat we de haveningangen gaan bevissen waarbij we weinig last hebben van de wind. De dobbers liggen snel in het water en het wachten kan beginnen.
Al driftend met de elektromotor laten we onze aasvissen het werk doen, het duurt niet lang of ik krijg een voorzichtige aanbeet. De snoek zwemt weg zonder de dobber onder te trekken, toch maar de haak zetten dan. Een klein snoekje heeft een redelijk formaat voorn gepakt, maar schudt de haak los. Na een kleine tijd is Christian zo oplettend om te zien dat mijn dobber ondergaat, ik wacht een aantal seconden met aanslaan en zet de haak. In slow motion zie ik de hengel buigen gevolgd door het gekraak van een gebroken hengel. We liggen dubbel van het lachen terwijl ik blijf drillen met het onderste deel van de hengel. Ik denk aan een kleintje maar wanneer deze drie keer met haar volle lengte uit het water komt zie ik dat het een mooie is. Het meetlint gaat over de meter en stopt bij 109. Totaal onverwachte lengte, maar ik ben er blij mee.
We driften verder en krijgen nog een aantal voorzichtige aanbeten die we niet kunnen verzilveren. Ondertussen loopt de tijd door en gaan naar onze volgende en laatste stek. We hebben alleen de ochtend om te vissen want in de middag hebben we andere verplichtingen.
De laatste stek die we bevissen is een diep gat die overgaat in een ondiepe vlakke plaat wat eigenlijk totaal niet op een interessante schuilplaats voor snoek lijkt. We nemen de hengels in onze hand en houden onze dobbers goed in de gaten. Na een aantal meter krijg ik een beuk op mijn hengel, spoel los, aantal seconden wachten en aanslaan. Snoek lijkt goed gehaakt maar weer schudt ze de haak uit haar bek. Dat is al de tweede keer deze morgen en ik blijf balend achter. Maar niet voor lange tijd want vrijwel direct krijg ik weer een aanbeet die ik wel kon verzilveren. Christian schat haar begin 90 cm maar ook bij deze vis gaat het meetlint over de meter en stopt bij 1.02m.
Christian verspeelt helaas nog 2 snoeken aan de fireball, maar het word tijd om terug te gaan. Mijn morgen is al meer dan geslaagd met 2 metersnoeken, helaas heeft Christian niks gevangen, maar ook zijn beurt komt zeker nog wat betreft doodazen. Bij de helling praten we nog wat na met andere vissers terwijl we onze materialen opbergen.
Het vissen met doodaas begin ik steeds mooier te vinden. Het wou mij in voorgaande jaren nooit lukken om met deze techniek iets te vangen, maar vanaf deze herfst heb ik er zeker meer vertrouwen in gekregen en hoop hier nog vele mooie snoeken mee te vangen.
Groeten,
Patrick van Asselt