Do. 19-4-2012 23:24. Pling! Op m’n verjaardag een e-mail van Ralf met als onderwerp: ‘Nog 20 nachtjes’. Ik weet genoeg. Al vanaf december voorziet Ralf ons Zwedengangers namelijk regelmatig van een nieuwe update over de aanstaande snoekvakantie. Hilarische e-mailtjes waarbij ieders karaktertrekjes, en dan vooral de opvallende, nauwkeurig werden omschreven. Ik heb me kapot gelachen. Alleen deze mailtjes zouden het vermelden op deze site al waard zijn, al is het allemaal maar verzonnen.
Dit jaar een duik in het diepe. We gaan pionieren op een groot Zweeds meer dat ‘Östra Silen’ wordt genoemd. Via een Gronings paar (Talo en Jeanet) hebben Ralf en Marco een prachtig huis geregeld nabij een pittoresk dorpje, zo’n slordige 1.250 km van Oldenzaal vandaan. Tenminste, als we internet mogen geloven.
De dinsdagavond voor vertrek krijg ik een telefoontje van broer Ruben. Hij wil er even helemaal tussenuit en polst voorzichtig of hij misschien met ons mee mag.. (!). Het unanieme antwoord van Sander, Friso, Ralf en Marco: geen probleem. Tof jongens! Op woensdag(morgen) 9 mei vertrekken wij om 5.00 uur vanuit Oldenzaal richting Zweden. Ruben zal een dag later het vliegtuig richting Oslo pakken. Onze heenreis schijnt erg voorspoedig en gezellig te zijn verlopen. Ikzelf kreeg er maar weinig van mee door een veel te gezellige verjaardag de avond ervoor (zelden was ik zo moe). Enne jongens.. Bedankt nog voor het rijden. Jullie zijn echte vrienden.
Als we ’s avonds aankomen bij het huis overtreft dit onze verwachtingen ruimschoots. Wat een compleet huis en wàt een verbluffend mooie locatie! Vanuit je luie woonkamerstoel kijk je zo het meer over! En dan hebben we het nog niet eens over de vaatwasser, de flatscreen tv, de sauna en de enorme veranda rondom het huis.
Donderdag 10 mei. De verjaardag van U2’s Bono en onze eerste visdag. Deze begon niet bepaald hoopvol wat weersomstandigheden betreft. De dag begon in ieder geval nog droog, maar eindigde met een zeiknatte onderbroek. In de buien kwam de thermometer niet boven de 8 ºC. Voor mij reden genoeg om zelfs het warmtepak uit de bus te halen. Die dag vingen we met z’n vijven (slechts) 7 snoeken. Ook niet zo gek, want zelfs in het ondiepe was de watertemperatuur hooguit 8 tot 10 graden. De snoeken waren overigens prachtig getekend. Sommige zelfs helemaal rondom. Gelukkig zaten er een paar mooie tachtigers tussen. ’s Avonds komt broer Ruben via het openbaar vervoer vanaf vliegveld Oslo aan in Årjäng. Door een zichtbaar opgeluchte Ruben (zijn reis liep niet even vlekkeloos) worden wij getrakteerd op een lekkere pizza en een venijnig Zweeds borreltje. Oh ja, op de terugweg zien we nog een auerhoen langs de weg staan.
De volgende dagen knapt het weersbeeld zowaar een beetje op. ‘Kijk, blauw!’ durft Ruben zelfs te roepen terwijl hij enthousiast wijst naar een minuscuul stukje blauwe lucht in het dichte wolkendek. “Potverdikke. Dat geeft de burger moed!” zeg ik. De ruige natuur in deze omgeving maakte veel goed hoor: immense bossen waar elanden schijnen voor te komen. Boven de moerassen langs het meer zien en horen we regelmatig kraanvogels overkomen. In het donkere Östra Silen zelf liggen verschillende eilanden die het domein zijn van bevers. De burchten en de doorgeknaagde bomen maakten niet alleen indruk op mij alleen. En zelfs vanaf ons huis zagen we regelmatig houtsnippen, bonte kraaien, raven, (roodkeel?)duikers en visarenden. De laatste soort mochten we zelfs dagelijks op hun horsten tegenkomen.
Met het verbeterde weersbeeld verbeteren ook de vangsten. Per dag vangen we steeds meer. Naast het kleine spul vangt eigenlijk iedereen wel een aantal mooie 80-ers. Ralf en Friso tekenen af voor bijna zwarte snoeken van respectievelijk 93 en 95 cm. Als ik op zaterdag bij Sander in de (rook)boot zit, waait het in de namiddag zo hard dat er schuimkoppen op het water verschijnen. Dat dit onze snoekvriendjes totaal niet deert, blijkt als Sander binnen 3 minuten twee beste aanbeten krijgt op de enige (sinking) Fatso die ik bij me heb. Ik krijg gelijk spijt als ik direct daarna mijn Fatso terugvraag. Die avond heb ik dat uiteraard nog een paar keer van Sander aan moeten horen.
De dag erna mochten Marco en ik zelfs een dubbelstrike aftekenen. Allemaal klein spul dat wel. Op de zondag dat ik bij Marco in de boot mocht zitten heb ik veel geleerd. Onbewust liet hij me zien dat de rietkantjes over het algemeen goed zijn voor de kleinere jackpikes (hij ving er immers 6 die dag). Wil je groter? Dan zul je echt trollend of jerkend langs de eilanden of boven interessante onderwaterstructuren moeten zoeken. Immers vingen Friso en Ralf hun negentigers ook op bijna 25 meter water. Dat was het moment dat ik het licht zag en bovendien: Ik had een doel voor de komende dagen. Marco kon gedurende de hele vakantie de verleiding van het goudgele riet echter niet weerstaan. Alsof de rietpluimen al wenkend tegen Marco fluisterden: “Kom jongen werp eens hier! Hier ligt de jackpot, hier ligt de droomsnoek van jou vakantie!” Eens een kantjesvisser, altijd een kantjesvisser -;).
Op de maandag zit ik bij Friso in de boot (Friek voor de intimi). We zijn iets van een half uurtje bezig als we Ruben een mooie 92 cm snoek zien pakken op de screaming devil. Ralf mag de snoek voor hem landen en onthaken aangezien Ruben dat allemaal (nog) niet beheerst. Friek laat me die dag een aantal mooie taluds en structuren zien onder water, die me nog niet waren opgevallen. We laten de rietjes links liggen en trollen mooie structuren af. Volgens mij vingen Friek en ik die dag niet eens zoveel snoeken, maar er zaten in ieder geval een paar tachtigers tussen. Op het einde van de dag zien we de andere twee boten terugkomen. Ruben staat triomfantelijk voor in de punt van de boot te lachen. “Wat?” vraag ik. Blijkt broertje Ruben die middag onder andere nog een 98 cm snoek erbij te hebben gevangen. Ik beleef een soort déjà vu momentje, maar vind het bovenal prachtig voor hem. Terwijl Ralf verteld dat Ruben zomaar wat in de rondte aan het werpen was in een of andere baai en op 4 meter ineens vast dacht te zitten, krijg ik de foto al ongevraagd onder m’n neus gedrukt. Het schijnt zelfs dat Ruben de snoek uitdrilde terwijl hij de hengel compleet verkeerd vast had. Je kent het wel: de rechterhand omklemt het kurken handvat helemaal onderaan de hengel en de linkerhand bijna onmogelijk hoog gestrekt om toch nog het molentje te kunnen bedienen… Iedereen kan kennelijk snoek vangen (vrij vertaald:‘De domste boeren hebt de dikste tuffel’).
De maandagavond staat onbewust toch in het teken van Ruben’s afscheid. De volgende morgen zou hij namelijk terug vliegen naar zijn Viviene in Nederland. Omdat het afscheid ons toch allemaal ietsje meer deed dan verwacht, probeerden we de bodem te bereiken van de fles Zweedse drank (Gammel Opland aquavit 41,5% Vol.) Sander was hierin het allerbest en neemt bijna de helft van de fles voor z’n rekening (een soort bodemdrift zeg maar). ‘Rubens afscheid’ duurde voor Sander eigenlijk een dagje langer, want dinsdagmiddag na tweeën kreeg meneer z’n praatjes pas weer terug. Deze dinsdagmiddag zit ik alleen in de boot en ben gebrand om mijn plan uit te voeren: voor 90% vissen op interessante onderwaterstructuren. Ik was vooral trollend, en soms jerkend, rondom de eilanden te vinden. Met wat geluk, krijg ik al vrij snel de eerste vissen in de boot, waaronder een beresterke en gitzwarte 80-er. Die dag vang ik er uiteindelijk 6. De andere jongens spraken van een superslechte dag.
De tijd vliegt. De laatste dag is eigenlijk om, voor we er erg in hebben. We vangen nog er nog een aantal mooie visjes bij, maar gevoelsmatig zit je al bijna weer in de auto naar huis.. Persoonlijk heb ik de vakantieweek in een soort roes beleeft. Zo zit je er middenin en zo zit je weer op je werk te koekeloeren.
Ik heb genoten. Östra Silen is echt een water om beter te leren kennen. Zeker een plek om eens terug te komen wat mij betreft. Jongens bedankt voor de geslaagde week!